Het plan voor vandaag was: we slapen op ons gemak uit, en dan rijden we op ons gemak naar Mont Saint-Michel, en we gaan daar naar de nocturne gaan kijken, het klank- en lichtspel ’s navonds.
Op weg naar daar kwamen we voorbij Saint-Malo, en Sandra zei dat iemand haar gezegd had dat dat de moeite waard was, dus hey, waarom niet?
Saint-Malo is iets raars. De stad ziet er een gewone lelijke stad uit, en dan is er plots een muur van waarachter allemaal min of meer gelijke huizen opduiken:
…en dat is het dan: een lange vestingmuur (bijna twee kilometer), en daarbinnen allemaal redelijk uniforme huizen, het ene naast het andere. In een andere setting zoudt ge er zo voorbijlopen, maar het doet echt raar, al die huizen op elkaar in dat kleine dorpje binnen die muur. En soms staan er ook gewoon koterijen tussen, weird.
We zijn eerst ergens in Saint-Malo gaan eten — niet echt spectaculair bij Sandra (iets van zeesla maar met gewoon scampi’s uit de lokale supermarkt, had ik de indruk), maar bij mij was het wél in orde: andouille de Guémené met een mosterdsaus en gebakken patatten en ratatouille. Yum, opgerolde darmen! En met een drinkbare cider erbij, ha.
Daarna zijn we de hele stad rondgelopen op de vestingsmuur, met in het begin nog een spannend moment wegens een babyzeemeeuw die vast zat op een platform en geen aanloop genoeg kon nemen om weg te vliegen (okay, geen baby, maar ook nog geen volwassen beest). We hebben er een tijd naar staan kijken, en het zag er niet naar uit dat het beest weg zou raken, dus heb ik het maar vastgestekt en op het muurtje gezet. Daar heeft het een tijd gezeten, en toen we een paar minuten verder waren, was het al helemaal naar boven geklommen. We kunnen maar hopen dat ofwel de ouder het gevonden hebben, ofwel dat het uiteindelijk naar ergens is geraakt.
…en dan dus de rest van de muur afgelopen. En serieus: wat een uitzicht aan de zeekant! De zee is bijna doorschijnend en er liggen allemaal eilanden en vestingen voor de kust, ’t is echt wel wijs. (Het was ook echt wel warm, zo met een zwart kostuum aan rondlopen.) (Maar dat geheel terzijde. Ik had niets anders van kleren mee.)
Na Saint-Malo in de auto gesprongen richting Mont Saint-Michel. Ik was eerst van plan om een ticket voor een nocturne te kopen, iets van klank- en lichtspel met een verhaal en alles, maar de bank werkte niet mee. Ik had mijn tiketten al gekocht en al wat ik moest doen, was mijn kredietkaartaankoop bevestigen, maar plots lukte het niet meer met mijn wachtwoord waarvan ik zeker ben dat het zeker juist is, en voor ik het wist had ik drie pogingen gedaan en waren betalingen met de kredietkaart via de app geblokkeerd, grrr.
Plan B was dat we naar Mont Saint-Michel zouden gaan om daar de tiketten te kopen, maar toen we daar waren, hebben we maar besloten om overdag te gaan kijken in plaats van ’s avonds.
Ook indrukwekkend, Mont Saint-Michel, maar miljaar zo toeristisch. We waren het niet gewoon, komende uit Bretagne, maar als Saint-Malo al een beetje tegenstekelijk toeristisch was, was Mont Saint-Michel echt belachelijk. Het begint al aan de parking, waar gelijk zestienduizend auto’s in kunnen. En dan zijn er speciale hightechbussen om naar de berg zelf te gaan, waar alles nog peis en vree lijkt aan de buitenkant:
…maar eens ge daar binnen zijt: oy vey. Jaren geleden moet het er enorm wijs geweest zijn, met middeleeuwse straten en huizen en alles. Tegenwoordig: allemaal toeristische zever. En druk! En brol! En arnaque! En had ik al gezegd: toeristen? Takkoord, wij zijn ook toeristen, maar toch.
…maar behalve dat: hoe meer we naar boven gingen, hoe rustiger het werd en hoe minder toeristisch, en op een immens irritante groep Hollanders na was het helemaal kalm in het klooster en de kerk helemaal bovenaan. (Kan iemand mij eigenlijk verklaren waarom Hollanders altijd zo luid spreken met elkaar? ’t Is gelijk dat die maar één stand hebben — spreken zoals een leraar zou spreken voor een volledige klas — en niet gewoon op normale toon met elkaar kunnen babbelen.)
En zeer, zeer indrukwekkend, jazeker.
Het enige is: hoe hoger ge geraakt, hoe meer lawaai de meeuwen maken. Er wonen daar dus echt mensen — als ik het zou zijn, ik zou zot worden van die vliegende ratten. Geniet anders even mee en zeg nu zelf:
…maar behalve dat: zeer schoon hé. Zeer schoon. Surrealistisch dat ge al een eeuw naar boven aan het klimmen zijt en dan pas in de crypte van de kerk komt. Of dat er plots een complete kloostergang is. Of een enorme katrol om dingen naar boven te hijsen. Of een enorme refter. Of een zaal rijp voor gebruik door een koning en zijn hofhouding.
Machtig. Spijtig van de toeristen. En de meeuwen.
We waren, euh, redelijk moe na al dat op- en neergedoe, en uiteindelijk wel content dat we niet ’s avonds gegaan zijn: eens ge de toeristen voorbij zijt, is het daar zo schoon dat we ons moeilijk konden inbeelden wat voor toegevoegde waarde zo’n klank- en lichtspel zou gehad hebben.
En bovendien zou dat maar begonnen zijn om halfelf ’s avonds, dus wie weet wanneer we in ons bed zouden gelegen hebben.
…en ’t is niet alsof onze slaapplaats veel overschot had. ’t Is ook niet alsof ons avondeten veel overschot had. We hadden op de TripAdvisor gezien dat er een Engelse pub was met een speciale landlord, en dat het eten er lekker was.
Er was inderdaad een café opengehouden door een expat. En hij was inderdaad speciaal, bijvoorbeeld dat hij om de paar minuten in de deuropening ging staan roken, of dat hij alleen de keuken en de bar bemande en dat de keuken aan de andere kant van zijn huis was dus dat hij over en weer moest lopen, waarbij het café zonder patron achterbleef. Of dat de mensen half stamgasten waren en half blijkbaar oude vrienden van lang geleden uit Engeland, en dat iedereen iedereen leek te kennen.
Eigenlijk hadden we het moeten weten. Ziet, een zeer ingezoomde foto van wat er naast de dartsmachine hing:
Truth in advertising: de cider was inderdaad niet koud en het eten was inderdaad zeer slecht (we hebben alletwee de cheeseburger genomen: diepvrieshamburgerbroodje, diepvrieshamburger, sneetje plastieken cheddar, verwelkte sla en tomaat aan de zijkant). De bediening was, euh, ideosyncratisch. Misery likes company: ik denk dat ik de man een fantastische review geef op TripAdvisor. Want het is wel degelijk een ervaring. En als wij het hebben moeten meemaken, dan moeten nog meer mensen dat ook doen.
Net zoals de AirBNB, die in dit geval een vermomde B&B was. Een echt goed vermomde B&B: op veertig minuten van de Mont Saint-Michel maar nog altijd met de naam “Mont Saint Michel Bed and Breakfast” op AirBNB. En redelijk rattig.
Geniet mee van het filmpje (met de eigenaar er ook op, ha!). Spoiler warning: de thumbnail van het filmpje is niet waar wij sliepen. Verre van.
Het was er zeer luidruchtig (kartonnen muren, aan een drukke baan), de wifi trok op niets, het bed was te klein, het bas stond om onverklaarbare redenen in de slaapkamer. Ahem.