Maar jongens toch.

Dus, ik heb een routine: opstaan om 6 uur, naar het station fietsen, naar perron 10 gaan, de trein naar Brussel Centraal nemen, stappen naar de bushalte van de shuttlebus, op de shuttlebus gaan zitten (achteraan links, op mijn vaste plaats), tegen dat we de NAVO voorbijrijden mijn badge uit mijn rechterbinnenzak halen en rond mijn nek doen, toekomen aan het werk, badge in de lucht houden tot de security hem ziet, uit de bus stappen, het werk binnen gaan, met mijn badge voorbij de ingang, een croissant gaan halen in de cafetaria in de kelder, terug naar boven met mijn badge voorbij de high security-star trek-sasdeuren, en dan werken.

’s Avonds omgekeerde volgorde, min of meer: voorbij het sas, voorbij de ingang, wachten op de bus, opstappen, achteraan links op mijn vaste plaats gaan zitten, afstappen aan Centraal, mijn badge afdoen en in mijn linkerbinnenzak steken, naar perron 2 gaan, de trein nemen, afsptappen aan Sint-Pieters, naar huis fietsen, klaar.

Vandaag was het een beetje anders, het tweede stuk: ik ben afgestapt aan Centraal maar ik had mijn badge niet afgedaan. Naar Gent gegaan met de trein, naar huis gefietst, eten opgehaald, eten naar elders gefietst, eten afgezet, naar huis gefietst, naar de winkel om drank gegaan, naar huis gegaan, mijn koptelefoon op de keukentafel gelegd, naar boven gegaan om mijn peignoir aan te doen… aaargh! Geen badge meer rond mijn nek! Neeee!!!! ’t Is een heel belangrijke badge!

Het staat mij bij dat ik die badge nog rond mijn nek had toen ik de winkel binnenstapte. Geen paniek. Geen paniek. Ver kan dat kreng niet zijn.

Ik dus weer op mijn fiets gesprongen, de hele weg naar de winkel de vloer afgespeurd, terug naar de winkel gegaan, de hele winkel afgelopen, gevraagd of iemand een badge gevonden had: niets. Aaargh!

Okay, okay. Geen paniek. Ik stuur dan wel een mail naar de security, ik laat ze weten dat ze een badge mogen schrappen en dat ik een nieuwe nodig zal hebben. Lastig, vervelend, maar bon. Misschien zijn ze niet al te kwaad op mij?

*
*       *

Ik dus weer naar huis, met hangende poten.

Waar mijn badge op de keukentafel lag, naast mijn koptelefoon.

De leeftijd, jong. De leeftijd.