Rita Woods is ongetwijfels een sympathieke mevrouw. Dit zegt de paragraaf op het einde van het boek over haar:
Rita Woods is a family doctor and the director of a wellness center. When she’s not busy working or writing, Dr. Woods spends time with her family or at the Homer Glen library, where she serves on the board of trustees. Remembrance is her first novel.
En ja, ik kan mij dat inbeelden. Een fijn leven als huisarts, een wellnesscentrum, een fijne familie, en dan in de raad van bestuur van een bibliotheek. Een welgevuld leven. Ik persoonlijk zou het fijner gevonden hebben als ze het daarbij zou gehouden hebben, en eventueel dit boek wel geschreven zou hebben, maar het niet op de wereld had losgelaten.
Drie hoofdpersonages in dit boek:
- Gaelle, in Ohio in de tegenwoordige tijd, verzorgster in een bejaardentehuis.
- Margot, in New Orleans in 1857, huisslavin, maar zou voor haar 18de verjaardag vrijgelaten worden.
- Abigail, in Saint-Domingue (het latere Haïti) in 1791, net voor de Revolutie, ook huisslavin.
Gaëlle komt van Haïti maar heeft het grootste deel van haar familie daar verloren in een aardbeving. Op haar werk is er onder meer een heel oude zwarte vrouw die niets zegt, geen bezoekers heeft en weinig anders doet dan naar heel de dag naar het nieuws kijken. Gaëlle heeft het ook altijd heel warm, in de zin van dat ze de indruk heeft dat ze dingen in brand zou kunnen steken als ze zich hard genoeg concentreert.
Margot denkt dat ze binnenkort vrij zal komen, maar wordt totaal onverwacht verkocht nét voor haar verjaardag, als haar eigenaar tijdens een epidemie zijn geld en zijn leven verliest. Margot kan, als ze zich concentreert, zien waaruit iets is gemaakt, en dan inzoomen en inzoomen en uiteindelijk de structuur van iets veranderen.
Abigail ziet het begin van de Haïtiaanse Revolutie. Zij moet haar kinderen achterlaten om haar meesteres in veiligheid te brengen, en ziet nog net haar echtgenoot levend verbrand worden. Ze komt terecht in New Orleans, ontsnapt, en wordt opgevangen door twee vreemdelingen — Simone, die een soort hogepriesteres/tovenares blijkt te zijn, en de mysterieuze Josiah. Blijkt dat Abigail ruimte en tijd kan verwringen. Ze maakt Remembrance, een plaats die afgesloten is van de wereld en waar gevluchte slaven welkom zijn.
So far so good.
Geen verkeerde premisse.
Helaas, helaas, helaas: Rita Woods vindt het nodig om Abigail en Margot in hun eigen taal aan het woord te moeten laten. Dat is enerzijds een beetje Creools, maar vooral heel veel (heel veel) Frans.
Nu, we leven in een tijd waar het niet onmogelijk is om na te kijken of iets dat ge schrijft wel juist is. Om te beginnen, als ge geen Frans spreekt, is er pakweg Google Translate. Ik ga absoluut niet zeggen dat dat altijd juist is, maar het komt toch vaak in de buurt. Daarnaast, om helemaal zeker te zijn, is het altijd mogelijk om een manuscript op te sturen naar iemand die dat dan naleest. Met een beetje geluk zal die dan merken dat er woorden in het niet-Engels in staan, en geeft die het dan door aan iemand die het Frans beheerst.
Dan zouden afgrijselijkheden zoals dit boek vermeden kunnen worden. Een klein bloemlezing.
In het hele boek, van hoofdstuk 2 tot hoofdstuk 48, worden meisjes aangesproken als “chére”. Ik ben er 100% van overtuigd dat Woods een Franse versie van “dear” zocht:
- “Ah, chére. You have no idea.”
- “And what should I tell her, chére?”
- “Breathe, chére.”
“Chérie” past niet, het is wel degelijk “chère”, maar dan met het verkeerde accent. Ik daag u uit om een verhaal te lezen waar dit constant gebruikt wordt: het is alsof er iemand om de paar paragrafen klaarstaat om met zijn nagels over een krijtbord te schrapen.
Margot heeft een zus, Veronique (zonder accent aigu, net zoals het heel het boek lang Grandmere is en niet grand-mère — ik beeld me in dat Woods het als “grand-mear” uitspreekt). Margot heeft een koosnaampje voor haar zus. In het Engels klinkt die koosnaam plausibel: goose. Zoals in “silly goose”. In het Frans wordt dat dan…
- “Enough, oie,” cried Margot.
- “Goose, oie,” said Margot finally. “We are together, you and I. Non?”
- Please, don’t be sick, oie.
Geslachten en vervoegingen en zo: dat is allemaal voor andere mensen dan Rita Woods.
- “Je suis si désolé! I am so sorry,” she murmured.
- Let him stay in Lafayette, it was whispered, it is good enough for les Américaines.
- “Arret! Stop that, child.”
- “Allez dormier,” hissed Margot. (tegen haar jongere zus!)
- “Get your ass down there, now. Entendez-vous?”
- “M’entendez-vous, girl?”
- “Get your mistress for me, si vous plait.”
- Margot grabbed for the young conductor’s hand. “Attente. Wait.”
- “I just … please. Leave me alone. Aller-en.”
- “Il est fait! It’s done!” en een paar hoofdstukken verder “Enough! Enough!” she cried. “Il es fait! Enough!”
- “You didn’t run here from New Orleans,” said Mother Abigail. “D’ou sont vous?”
Het meest belachelijk misschien zijn de letterlijk vertaalde (of “vertaalde”) idiomen. “Out of the frying pan into the fire” bestaat in het Engels, dus waarom zou iemand in het Frans niet “De la pot dans le feu” zeggen? In het Engels is “sweet Jesus” iets, dus waarom niet “Jesus [zonder accent] douce“? Een teef is een vrouwelijke hond, dus combinaties met “bitch” in het Frans, hoe moeilijk kan dat zijt?
- We are French men, non? Have you forgotten that fils de chienne Macandel in ’fifty-eight?
- To curse in the language of the chein who’d stolen so much from her.
- “Femèl chein,” snapped Winter. “Bitch!”
En soms ook totaal onbegrijpbare zaken. “Maman” wordt consistent “Manman” geschreven. Als een personage “wat?” zegt, zoals bijvoorbeeld als iemand wakkergeschud wordt, dan schrijft Woods consistent:
- “Ce qui?” Margot bolted upright, hissing in pain as her head struck her sister’s.
- She stared up at Margot blankly and then she smiled. “Ce qui?”
- “On this very spot,” whispered Mother Abigail. “It started here on this spot.” “Ce qui?” asked Margot.
Ik werd er zo ongeveer gek van.
En behalve dat is het ook een zeer verwarrend, weinig coherent, en op een bijzonder klein aantal losstaande hoofdstukken na, vooral zeer saai boek. Niet aangeraden. Bah.