Euhhhh wel dát was raar. En zo nutteloos als ik de prequel vond, dit was wellicht nóg nuttelozer.
Op zichzelf staand is dit geen verkeerd boek, daar niet van: het is het verhaal van Rhiannon, die heeft aanvaard dat wat ze heeft in het leven, niet meer of minder is dan wat ze verdient. Ze heeft een lief en de regels zijn duidelijk: niet te ankerachtig zijn, niet niet te veel verwachten, hem niet kwaad maken. Het is niet dat hij haar mishandelt, maar het is wat het is: zij is bijkomstig en mag blij zijn met wat ze kan krijgen.
En dan verandert Justin op een dag helemaal, en gaan ze samen naar de zee, en spreken ze écht met elkaar, en is het alsof er een echte connectie is — maar de dag daarna is hij weer zoals hij altijd al was.
En dan komt ze een meisje tegen dat de school komt bezoeken, en ze komen verdacht goed overeen. En dan gaat ze naar een feestje waar ze een jongen tegenkomt waar ze ook verdacht goed mee overeen komt.
Inderdaad: dit is gewoon precies hetzelfde verhaal als Every Day, maar dan verteld vanuit het perspectief van Rhiannon in plaats van uit dat van A.
Wat wil zeggen dat elke individuele lijn dialoog tussen A en Rhiannon (en het zijn er veel) identiek letterlijk hetzelfde is als in Every Day:
“Hey,” I say, keeping it casual. “Hey,” she murmurs back. She’s looking at the floor, at her inked-in Converse. She’s drawn cities there, skylines around the soles. Something’s happened between her and Justin, and I don’t know what it is. It’s probably not something that Justin even recognized at the time. “Are you okay?” I ask. I see the surprise on her face, even as she tries to cover it. This is not something that Justin normally asks. And the strange thing is: I want to know the answer. The fact that he wouldn’t care makes me want it more. “Sure,” she says, not sounding sure at all. Shifting her gaze away from the floor, her eyes matching mine, she asks, “Are you mad at me?” I can’t think of any reason to be mad at her. If anything, I am mad at Justin, for making her feel so diminished. It’s there in her body language. When she is around him, she makes herself small. “No,” I say. “I’m not mad at you at all.” I tell her what she wants to hear, but she doesn’t trust it. I feed her the right words, but she suspects they’re threaded with hooks. | “Hey,” he says. “Hey,” I say back. There’s something really intense about the way he’s looking at me. I’m sure he’s finding something wrong. There’s always something wrong for him to find. But he doesn’t say anything. Which is weird. Then, even weirder, he asks me, “Are you okay?” I must look really pathetic if he’s asking me that. “Sure,” I tell him. Because I don’t know what the answer is supposed to be. I am not okay—that’s actually the answer. But it’s not the right answer to say to him. I know that much. If this is some kind of trap, I don’t appreciate it. If this is payback for what I said last night, I want it over with. “Are you mad at me?” I ask, not sure I want to know the answer. And he goes, “No. I’m not mad at you at all.” Liar. |
Tja. Dit is de allereerste keer dat ze met elkaar spreken, en dus is er nog veel tussentekst en interpretatie, maar verder in het verhaal zijn het echt gewoon heelder lappen dialoog, en kon ik bij het lezen soms hele pagina’s overslaan.
En ‘t is dus niet dat het daardoor een slécht boek wordt, want het blijft een interessant verhaal. Maar wel een beetje vreemd.
Reacties
Eén reactie op “Every Day #2: Another Day”
Ha, vreemd. Ik vond het net een interessante insteek: je kunt je de reactie wel voorstellen, maar omdat er geen wisselende focalisatie is, weet je nooit écht wat Rhiannon denkt in Every Day. Dat is het duidelijkst op het einde, natuurlijk, maar ook onderweg vond ik het boeiend, net omdat je vanuit een vast punt ziet hoe moeilijk het is je hoofd te krijgen rond die genderfluïditeit. Deel 3, Some Day, vond ik een pak minder goed, helaas: slordiger qua stijl, en ook niet zo erg verrassend.