Dingen die ik wijs vind: geschiedenis. Tijdreisverhalen. Avontuur. Degelijke personages. Reeksen waar ik kan in blijven lezen.

The Chronicles of St. Mary’s zijn mij verkocht als all of the above. Het gaat over een instelling ergens in Engeland, verbonden aan een universiteit maar semi-onafhankelijk, waar mensen in de tijd reizen.

Waarom precies? Dat wordt niet echt uitgelegd. Om dingen te observeren, blijkbaar. En dan eventuele ontdekkingen door te geven aan de universiteit, die ze te gelde maakt en in ruil daarvoor St. Mary’s blijft steunen.

Als het moet, heb ik geen enkel probleem om mijn disbelief te suspenden. Maar ik vrees dat ik het hier bijzonder moeilijk had. We volgen Madeleine “Max” Maxwell, die net aangenomen is op St. Mary’s. Er is een proces om binnen te geraken, met testen en alles, en dat was wel grappig en zo maar enorm snel over, en voor we het goed en wel beseffen, is Max al een jaar of vijf op St. Mary’s en gaat ze een lange expiditie naar de tijd van de dinosaurussen doen. Serieus hé: van de ene paragraaf op de andere.

Mja.

De tijdreismachines zien er zo uit:

[…] small hut-like structures […] Each was slightly different in size or shape and each one looked like a small, dingy shack, stone-built, flat-roofed with no windows; the sort of structure that could be at home anywhere from Mesopotamian Ur to a modern urban allotment. Prop a rickety, hand-made ladder against a wall and with a broken wheel by the door and a couple of chickens pecking around, they would be invisible.

Ja, inderdaad. Stenen hutjes. Dát is de manier waarop ze tijdreizen. En ze rekenen erop dat die stenen hutjes onopvallend genoeg zijn dat niémand er ooit over zal vallen. Sorry, maar dat geloof ik niet. Een stenen gebouw dat in “Mesopotamiam Ur” onopvallend is (ik beeld mij iets leemachtig in) en in een moderne stad (ik beeld mij iets betonachtig in) en in de middelleeuwen in Europa (ik beeld mij iets met onbewerkte stenen in)? En dat bovendien groot genoeg is om verschillende mensen te bevatten en douche en toilet en zo? Nah.

Een andere zaak die mij wat tegensteekt is hoe ze omgaat met eventuele veranderingen aan de tijdlijn. Geen multiversum, waarbij ze ‘terugkeren’ naar een wereld die niet die de wereld is waar ze uit vertrokken, maar een schimmig proces van “de Geschiedenis” die er iets aan zou doen om te vermijden dat er een wijziging gebeurt — door pakweg uit het niets een rotsblok op het hoofd van de schuldige te laten vallen.

Okay. Passons. Er is een tijdlijn die uniek is, onwijzigbaar, en als ze dreigt gewijzigd te worden, Gebeuren Er Dingen. Doenbaar.

En dan komt hoofdstuk zeven, waar hoofdpersonage Max ontdekt dat de baas en de nummer twee van St. Mary’s eigenlijk van de toekomst komen:

I considered this for a while. The kettle boiled and he made some tea. When he sat down, I said, ‘You and the Boss – are here to strengthen St Mary’s?’

‘That’s partly the reason, yes.’

‘But it was the Boss who founded St Mary’s.’

‘Yes, he brought a pod back with him, pretended to ‘discover’ time travel and used it as the foundation for all the others.’

‘So the Boss brings a pod from the future to now. And that pod is the template for all future pods?’

He knew where I was going with this and smiled.

‘So who actually discovers or invents time travel? Who builds the first pod?’

He smiled and shrugged his shoulders. ‘You do not want to go there. Trust me, that way madness lays.’ I could believe it.

Neen! Neen! Zo werkt het niet! Aargh!!!

Verder is het boek wel degelijk wat de titel zegt: “just one damned thing after another”. De toon van het boek is bijzonder vreemd. Het ene moment is het alsof Taylor probeert een soort Terry Pratchett Unseen University-van-den-Aldi te doen, het andere moment komt het in de buurt van goedkope romance, en de dingen gebeuren maar, geen enkel personage heeft een reden om te doen wat ze doen.

En inconsistent. Twee mensen zijn stapelverliefd op mekaar. De vrouw heeft een miskraam, terwijl de man verloren gewaand is. Uiteindelijk komen ze weer samen, maar ze vertelt het niet meteen, van dat miskraam. Begrijpelijk: ze heeft het zelf nauwelijks verwerkt, ze zoekt een goed moment, etc. etc.

Reactie van de man, als een Slechterik het hem alsnog vertelt?

‘You weren’t ever going to tell me, were you? You can’t even talk to me now. What is it with you? Anyone would think – oh, I see, of course. How stupid do you think I am? I see it now. It wasn’t mine. Whose was it? What about you, Peterson? Was it yours? You two are pretty close. Oh, no, of course not. It was fucking Sussman’s wasn’t it? You never had eyes for anyone but that worthless piece of shit. And you were going to pass it off as mine, but luckily you lost it, so you didn’t need to mention it at all. And no one else was going to tell me. I had to hear it from Barclay. You called her a bitch. Well, it takes one to know one.’

Wat de neuk? En dan komt ze even later een collega tegen, waar ze al jaren mee samenwerkt en ‘t is weer van dat:

He stepped up close. ‘Slut!’

Oh God, did everyone in the unit know? How had this got round so quickly? Was this how it was going to be from now on?

‘Moron!’

‘What?’ he said, taken aback.

‘Sorry. Deaf moron!’

‘Bitch!’ Ah, we’d moved on. ‘All these years you acted like Little Miss Perfect. You were too good for the rest of us and now it turns out anyone can have you, Little Miss Slut.’

He grabbed my arm and pulled me into Wardrobe. My face bounced off the wall.

Euh ja. Afgewerkt met een rondje bijna-verkrachting. Een beetje belachelijk, ja.

In het volgende hoofdstuk is het overigens weer koek en ei, en komt er uit het niets een nieuwe opdracht (dodo’s verzamelen als teambuilding) en dan gaan ze een stuk van de bibliotheek van Alexandrië redden, en aargh. Just one damn thing after another.

Ik hoop van ganser harte dat dit een typisch eerste-boek-in-een-reeks-die-later-veel-beter-wordt is. Want er zaten wel interessante ideeën in en zo, maar ‘t was echt zeer slecht geschreven.

Één reactie op “The Chronicles of St Mary’s #1: Just One Damned Thing After Another”

Reacties zijn gesloten.