Jaja, ’t is aan de cover te zien dat het hier om een boek gaat met een niet-lelijke man. Natuurlijk is het in de vijf vorige boeken ook telkens gegaan over een niet-lelijke man en een niet-lelijke vrouw, maar hey. En ja: het zijn boeken van meer dan tien jaar geleden, anders zou er al lang een niet-heteronormatief verhaal in gezeten hebben.

De formule is voor het eerst in zes boeken niét gebruikt. Het gaat weer over twee personages die onweerstaanbaar op elkaar verliefd worden, spannende avonturen, extra backstory en happy end — maar deze keer is géén van de twee personages een werknemer van Dirk & Steele.

De vrouw van het koppel, Kitala, is een wereldberoemde gevierde vioolspeelster. De man is M’Cal, een meerman die gevangen is door een heks, die hem dwingt om zielen te stelen. Klinkt een beetje als dat van die gargoyles die gevangen waren door een heks, hoor ik u zeggen? Ha, inderdaad. Met zelfs een goede reden.

Kitala heeft in het begin van het boek één superkracht, en het is niet meteen een aangename om te hebben: als ze iemand ziet die vermoord zal worden, kan ze zien hoe dat zal gebeuren. Normaal gezien onderneemt ze daar niets tegen, want haar visioen toont niet wanneer of waar het zal gebeuren — kan vandaag zijn maar ook binnen vijftig jaar. Deze keer is anders: tijdens een concert ziet ze een meisje met een mes in haar oog, en ze besluit haar te waarschuwen.

Waardoor ze samen met het meisje ontvoerd wordt en onverwacht in iets veel duisterder terecht komt dan ze ooit had verwacht. Oh, en toevallig was ook net die nacht M’Cal de meerman er op uitgestuurd om Kitala’s ziel te stelen.

Redt hij toch niet haar leven zeker, in plaats van haar ziel te stelen? Ge weet het vervolg: er gebeuren spannende dingen, ze worden stapelverliefd op mekaar, ze hebben veel seks, ondertussen leren we nog wat bij over de allesomvattende backstory en happy end klaar.