De blurb zegt er dit over:
Good Omens meets The Long Way to a Small, Angry Planet in this defiantly joyful adventure set in California’s San Gabriel Valley, with cursed violins, Faustian bargains, and queer alien courtship over fresh-made donuts.
Ik zeg daarop: laat ons vooral niet overdrijven. Het heeft alleen met Good Omens te maken in de zin dat er een demon in voorkomt. En wat het gemeen heeft met het andere boek is de clichématigheid.
“Defiantly joyful” zou ik het ook niet meteen noemen. Het hoofdpersonage is Katrina, een transgender meisje dat wegloopt van huis wegens mishandeld. Ze speelt ook viool. En ze wordt toevallig ontdekt door de Beste Vioollerares Van De Hele Wereld, die eigenlijk een deal met een demon heeft gemaakt: ze krijgt zeven keer zeven jaar om zeven zielen van vioolspelers te verkopen aan de Hel. Oh, en ook toevallig komt de vioollerares een familie aliens tegen die donuts verkopen, en wordt ze verliefd op de moeder, die eigenlijk een ruimteschipkapitein is.
Het begint realistisch, met de bakken miserie die een transgender kan tegenkomen, maar het wordt bijna meteen een soort van orgie van wish fulfillment. Alles, maar dan ook alles gaat goed voor alle personages in het hele boek.
Niet dat het allemaal kommer en kwel moet zijn hé, maar ik zou toch een beetje meer realisme willen gezien hebben. En quasi letterlijke toverstaven om het allemaal beter te maken, dat is geen oplossing. En transgender of niet transgender kan me geen knijt schelen, maar niemand wordt content van een Mary Sue in de hoofdrol, laat staan een heel boek vol Mary Sues.