(Spoiler warning, maar ’t is niet alsof de centrale gebeurtenis in dit boek niet al overal verteld werd.)
In juni 2021 landt een Air France-vlucht van Parijs naar New York met aan boord een dikke 200 mensen. Niets speciaals, ware het niet dat hetzelfde vliegtuig met dezelfde mensen aan boord ook al in maart 2021 geland was.
We krijgen het verhaal van een stuk of 11 personages in en door elkaar gevlochten: vóór de vlucht en na de vlucht — die voor de mensen die in maart geland zijn niet meer dan een zeer turbulente vlucht was — en dan de verhalen van de mensen die in juni geland zijn, en dan hoe ze elkaar leren kennen en allemaal anders reageren.
Er is ongetwijfeld veel te vertellen over de achterliggende truken van de foor die Le Tellier doet: stapels verwijzingen naar andere literatuur, metatekstuele dingen over het verhaal en de roman en de werkelijkheid, de elf personages worden voorgesteld in elf verschillende schrijfstijlen, in het boek dat L’Anomalie heet, speelt de roman L’anomalie een belangrijke rol, en schrijft de schrijver van L’Anomalie zelf een boek dat het verhaal van elf passagiers doet, yada yada.
Allemaal zonder enige twijfel zeer slim en doordacht, in de zin van “ha, kijk eens hoe slim en doordacht ik ben” en ook in de zin van “zie mij Oulipo zijn” — maar, en da’s niet zo evident: het steekt eigenlijk op geen enkel moment tegen. Het leest gewoon als een fijne roman, met een benedengemiddeld originele sciencefictionpremisse maar met wel met bovengemiddeld goede personages.
Het is een vreemd boek, met individueel goede verhalen en vooral individueel goede hoofdstukken (dat ene met een in het Frans nadenkende religieuze fanaticus zal mij nog een tijd bijblijven qua depaysement), maar dat in zijn totaliteit toch wat teleurstellend is, en een mens op zijn honger laat.
Het leest ook als een boek dat minstens 50% langer had moeten zijn. Op het einde van het boek is het alsof Le Tellier er echt van af wil zijn. Op letterlijk een paar paragrafen zegt hij hoe het verder loopt met de mensen. En dan is er een einde dat helemaal onbegrijpelijk lijkt.
Maar misschien is dat wel precies wat hij eigenlijk aan het doen is, zoals het zelfportret van Parmigianino waar hij het even over heeft: een soort zelfrefererend fractaal boek in het boek in het boek in het boek tot er uiteindelijk maar één letter van overblijft.
Op die manier is het dan wel helemaal geslaagd, en zal een mens met meer tijd en goesting dan mij de oulipo-regels er ooit wel eens uit distilleren.
Om een “normaal” verhaal/boek te zijn, had het niet die condensatie van condensatie aan het eind moeten hebben. Had het, zoals ik zei, langer moeten zijn. Er zit ergens in het boek een betere versie van Lost, en voer voor een degelijke tv-reeks van een seizoen of vier vijf.