Ai ai ai. Ik was op zoek naar goedkoop en snel vertier, en ik vertrouwde wat Goodreads mij vertelde: dat de Breeds-reeks van Lora Leigh uitstekend zou zijn.

Het verhaal begint in medias res, met Merinus, de dochter van een mediamagnaat. Ze heeft blijkbaar zeven broers, maar zij wil het onderzoek leiden naar Callan Lyons:

She knew her brothers couldn’t make contact, but she could. She suppressed a shiver at the thought. Some would say the man wasn’t even human. A genetic experiment conceived in a test tube, carried to term by a surrogate and inheriting the genes of the animal his DNA had been altered with. A man with all the instincts and hunting abilities of a lion. A perfectly human looking male. A man bred to be a savage killer.

Ooo… kaaaay?

Nee serieus: dit is anderhalve pagina ver in het boek.

En dan is ze bij die mens, ‘t is te zeggen, ze bespioneert hem van op afstand. Ze draaien een hoofdstuk of zo rond elkaar, maar zij is irrationeel aangetrokken tot hem. Hij weet dat ze hem bespioneert wegens dat hij het DNA van een leeuw heeft en hij haar kan ruiken (specifiek haar opwinding, tja), maar zij weet niet dat hij het weet.

Ik had een zwaar vermoeden dat het niet mijn soort boek zou worden bij deze passage, als Merinus de stem van Lyons hoort:

Merinus breathed in long and silent. Oh, what that voice did to her insides. Any minute now her juices would be running from her cunt right down her leg.

Kijk, ik heb geen problemen met sexscènes in boeken. God weet dat ik genoeg softporno romance gelezen heb vorig jaar, ‘t is niet dat ik er lastig van loop. Maar in ‘s hemelsnaam: maakt het toch minstens een beetje interessant!

Dit was van een serieus pijnlijke banaliteit. Het verhaal is quasi-onbestaand: het komt er gewoon op neer dat Callan en Merinus voor elkaar gemaakt blijken te zijn. En dat ze gelijk loopse katten zijn. Letterlijk. Zij wordt gek als ze geen sex heeft met Callan. En ze moet dat dan ook doen, voortdurend. Niet-aflatend. Telkens opnieuw. En opnieuw. En nog eens. En telkens op dezelfde manier.

Saai, saai, saai.

Pijnlijk saai.

Ik ga denk ik nog één boek in de reeks lezen, een mens weet nooit dat het beter wordt. Maar ik vrees er voor.