Ik zag een foto passeren op Instagram en ik was al helemaal getriggerd. Hoe kan iemand zomaar zeggen dat ze mannen haat? Sommige mannen, veel mannen, okay, tot daar aan toe — maar alle mannen? Dat is toch van dat typisch mannenhatend hysterisch feminazi-gedoe?

Ik zag mij al mij helemaal kwaad maken en mensen aanstoten met “kijk! hier! dit is waar het over gaat, als mensen zeggen we mogen niéts meer tegenwoordig!”, maar omdat ik het haat als mensen reageren op alleen artikeltitels zonder de artikels zelf te lezen, ging ik op zoek naar het boek zelf.

Kijk zie: ebook bij bol.com en hopla.

Wel: die tien op tien is niet onterecht. Ik vond het een heerlijk boek. Okay, boekje: het zijn hoop en al 71 bladzijden in groot lettertype. In Word gecopypasted zonder paragrafen en op default lettergrootte blijven er nog 14 pagina’s over:

Het is eigenlijk een lang uitgevallen blogpost, en natuurlijk is er heel veel op te zeggen, maar dat neemt niet weg dat ik het enorm goed vond van inhoud en bijzonder fijn geschreven van vorm. Ik heb letterlijk (letterlijk letterlijk, niet figuurlijk letterlijk) tot tranens toe moeten lachen, en ik heb meer dan veel “ah ja, eigenlijk” moeten zeggen. Het staat vól confronterende maar fundamentaal ware zaken, zoals deze in het hoofdstuk Éloge des réunions Tupperware, des soirées pyjama et de nos girls’ clubs:

Les regroupements de femmes sont des sabbats de sorcières. Dépolitisés, ils sont considérés par les hommes comme futiles et ridicules. Porteurs d’une lutte, ils deviennent excluants et menaçants.

Okay, toegepast op tupperwaremeetings klinkt dat zeer grappig, maar denk er een halve seconde langer over na, en een mens wordt stil van de schrijnende waarheid.

Neen: echt aangeraden. Niet-ironiserend. Ik vond het uitstekend: neen, een mens moet zich niet altijd maar wegsteken achter enerzijds anderzijds, en neen, zeggen dat mens iets haat is geen reden om als irrationeel of quantité négligeable te mogen weggezet worden:

L’accusation de misandrie est un mécanisme de silenciation : une façon de faire taire la colère, parfois violente mais toujours légitime, des opprimé·es envers leurs oppresseurs. S’offusquer de la misandrie, en faire une forme de sexisme comme une autre et tout aussi condamnable (comme si le sexisme était condamné…), c’est balayer sous le tapis avec malveillance les mécanismes qui font de l’oppression sexiste un phénomène systémique, appuyé par l’histoire, la culture et les autorités. C’est prétendre qu’une femme qui déteste les hommes est aussi dangereuse qu’un homme qui déteste les femmes – et prétendre qu’elle n’a aucune raison de ressentir ce qu’elle ressent, que ce soit de l’hostilité, de la méfiance, ou du mépris.

Pas op, dat ik het uitstekend vond, wil niet zeggen dat ik het er 100% mee eens ben of dat ik het alleszaligmakend vind. Ik begrijp dat men in zo’n stream of consciousness-achtig vlugschrift niet meteen alle wereldproblemen kan duiden, laat staan op kan lossen, maar de geciteerde paragraaf hierboven geeft een aanknopingspunt naar mijn grootste punt van semi-kritiek.

Harmange definieert misandrie als volgt:

Je parlerai donc de misandrie comme d’un sentiment négatif à l’égard de la gent masculine dans son ensemble. […] Et quand je dis « à l’égard de la gent masculine », j’englobe dans ce terme tous les hommes cisgenres qui ont été socialisés comme tels, et qui jouissent de leurs privilèges masculins sans les remettre en question.

Het is niet zo eenvoudig als zeggen “mannen slecht, vrouwen goed”: ze heeft het over “cis mannen die als dusdanig zijn gesocialiseerd, die van hun mannelijke privileges genieten zonder ze in vraag te stellen” (oef, de TERF-val handig ontsnapt! :)). Maar sexisme en misogynie zijn natuurlijk niet de enige onderdrukking, en geprivilegieerde cis mannen zijn niet de enige onderdrukkers.

Van zodra er meer dan één as van privilege bijkomt, wordt het allemaal veel complexer en moeten we het moeras van de intersectionaliteit in waden terwijl we tegelijkertijd de klippen van oppression olympics proberen te vermijden. Wat niet zo evident is.

Maar hey: laat dat de pret niet drukken. Boek zeer aangeraden.

5 reacties op “Moi les hommes, je les déteste”

  1. Zo geprivilegieerd als man voel ik mij niet. Die privileges, als we ze al zo kunnen noemen, vloeien meestal voor uit het feit dat mannen, wegens testosteron, meer risico’s nemen (hoe verklaart men anders dat het meestal mannen zijn die op motorfietsen kruipen, te snel rijden, op daken en bergen klimmen enz.). Meer risico’s betekent meer winst, maar ook meer verlies. Om die reden hebben mannen professioneel gezien vaker en meer succes, maar mislukken er ook velen van hen faliekant en meer dan vrouwen. Bovendien sterven mannen vroeger, belanden ze vaker in de gevangenis, maken ze zich vaker schuldig aan middelenmisbruik enzoverder enzovoort. Bij vrouwen werkt dat toch anders, ook onderling. Een man die zijn kop boven het maaiveld steekt, wordt door andere mannen daarin vaak aangemoedigd. Een vrouw die dat doet krijgt van andere vrouwen vaak de wind van voren. Ik begrijp niet hoe we het over mannen en vrouwen kunnen hebben zonder stil te staan bij dat biologische verschil.

    1. Als je naar jonge kinderen kijkt kan je vaak verschillen zien in gedrag tussen verschillende kinderen, maar dit is niet gelinkt aan hun gender. Het is pas op latere leeftijd dat de verschillen zich meer manifesteren tussen de verschillende genders maar nog voor de puberteit, waar biologische verschillen tussen genders versterkt worden. De vraag is dus nog steeds hoeveel van het gedrag op volwassen leeftijd is genetisch en hoeveel maatschappelijke. Op hersenen niveau is er geen statistisch (tot nu toe) meetbaar verschil tussen mannen en vrouwen. Er is een groter verschil tussen mensen onderling in hersenen activiteiten dan dat we aan gender kunnen vast hangen. Er zijn biologische verschillen (hormonen) maar maatschappelijke ingeburgerd systematisch invloed als we kijken naar jongen kinderen en hersenen activiteiten blijkt veel belangrijker.

Reacties zijn gesloten.