Thuis

We zijn thuis.

Den hof is nog in leven.

De kat herkent mij.

Het huis is niet leeggeroofd of in brand gestoken.

Ik heb al in een comfortabele trekzetel gezeten met de kat op mijn schoot.

Ik schrijf dit terwijl ik op een ander scherm naar een serie aan het kijken ben.

Ik heb een ijsblokmachine en een literglas bij de hand.

Ik ga straks in een goed bed kunnen slapen.

Wie zijn die zotten die op vakantie gaan, eigenlijk?