Die ene keer dat we nog moeten slapen voor we terugkeren naar België is in een wel zeer grappig huis:

Het geboortehuis van Bernard Le Bouyer de Fontenelle, een van de gangmakers van de Verlichting in Frankrijk. Daarom alleen al is het wijs, maar kijk eens op de foto rechts: dat is het dus hé. Twee meter breed, misschien vijf of zes meter diep. Plaats voor een bibliotheekmeubeltje, een uitklapzetel, een uitklaptafel tegen de muur, een wasbak en een kookplaat met daaronder een koelkast, en dan een minuscuul badkamertjes met een WC, een wasbakje en een douche.

Zeer gerieflijk en proper ingericht, pal in het centrum van Rouen, een ideale plaats om te blijven overnachten — als het u niet stoort dat er enorm veel lawaai is. Die garagedeur rechts is de deur naar een stuk of twintig denk ik appartementen en woonsten erachter, en de enige vensters in het huisje geven uit op die garage / doorgang. Wat wil zeggen dat we tot halfdrie om het denk ik kwartier wel mensen hadden die binenn en buiten kwamen, luid lawaai makend.

Ah well.

Behalve dat was Rouen zeer fijn. Ik heb er niet zoveel in rondgelopen als ik eigenlijk had moeten doen, maar de pijp was redelijk af, zo op het einde van die twee weken. We hebben het afgesloten op een terras op de markt, en dan in een restaurant dat qua naam — Hygge — Scandinavisch leek, maar dat vooral glutenvrij was. Zeer lekker ook.

Zeer opvallend trouwens: van alle steden en plaatsen die we bezocht hebben, was Rouen de allereerste die echt lévend aanvoelde. Misschien is het omdat de vakantie net begonnen was, misschien omdat Rouen echt wel een grote stad is. In alle geval een aangename plaats.