Ik heb het altijd raar gevonden dat ik normaal gezien altijd de jongste was in een gezelschap en nu alsmaar meer de oudste.

Nieuwjaaravond was altijd met mensen van één en twee generaties ouder dan mij, en nu was het de eerste keer dat ik de oudste was. Voor de rest waren er onze vier kinderen en hun vrienden, en vrienden van vrienden.

’t Was wel wijs, daar niet van.

Maar het deed raar.

Net voor middernacht is iedereen naar het vuurwerk gaan kijken dat een paar minuten daarvoor aangekondigd werd toch door te gaan. Ik ben thuisgebleven, ik zie wel wanneer ze terugkomen.