Claire North
Orbit Books, 2015, 426 blz.

“Allez dan,” dacht ik, “Ik vond dat vorige boek niet verkeerd, ik kijk eens wat die persoon nóg geschreven heeft.”

Het dingetje in dit boek is niet mensen die leven na leven herleven, maar wel mensen die hun bewustzijn kunnen in andere lichamen steken.

Het hoofdpersonage — we komen haar naam niet te weten, anderen noemen haar Kepler — wordt ergens in de negentiende eeuw vermoord, doodgeslagen door een stinkende zwerver in een donkere steeg. Net als ze sterft, klampt ze zich aan haar moordenaar vast en op de één of andere is ze plots een stinkende zwerver die een vrouw doodgeslagen heeft.

Kepler springt vanaf dan van lichaam naar lichaam. Ze draagt zorg voor de lichamen waar ze in zit, houdt van de mensen wiens lichaam ze overneemt. En gebruikt ze niet op — zo heeft ze een afspraak met Josephine, een jonge vrouw die totaal aan lagerwal geraakt is, dat ze een tijd haar lichaam zal gebruiken en het dan teruggeven, gezond, met een netwerk, rijk, geliefd, met een leven.

En dan blijkt dat er iemand op Kepler jaagt. Haar probeert dood te doen, wat kan lukken als het lichaam waarin ze zit sterft zonder dat er iemand anders in de buurt is om aan te raken en naar te springen. Het mislukt deze keer: ze zit bijna meteen in een andere persoon, en dan nog iemand anders, en dan nog iemand. Maar dan ziet ze dat de persoon die haar probeerde te doden, Josephine vermoordt. Om geen enkele reden die Kepler kan begrijpen. Ze zit er niet in, en Josephine is totaal onschuldig.

Waarop een heel boek volgt van Kepler die wraak wil, en vooral wil begrijpen waarom iemand mensen zoals haar probeert te vermoorden.

Opnieuw ook méér dan het oppervlakkige verhaal: wat is een persoon, wie is iemand, wat betekent het om te leven, wat is liefde, dat soort zaken.

Bijna even goed als het vorige boek. Ik denk dat ik even wacht voor ik het volgende boek lees, The Sudden Appearance of Hope. Dat gaat over iemand die niemand zich herinnert. Nog een gimmick. Hopelijk even goed uitgewerkt.