Ik las een interview met Nic Balthazar in De Standaard.

Het ging over de perikelen na de verkiezingen in Gent (ik hoor net trouwens dat Vooruit het bestuursakkoord heeft verworpen met 56% tegenstemmen — episode zoveel van de soap), maar wat mij het meest stoorde aan dat interview?

Nee, niet de persoon-Balthazar, en zelfs niet de kop boven het artikel, stijf van pathetiek, Nic Balthazar over Gent: “Mijn hart bloedt, als dat van een zoon die zijn ouders ziet scheiden”.

Wat mij het meeste stoorde was de vraag van interviewer Valerie Droeven:

Het gezicht van die klimaatspijbelaars, Anuna De Wever, heeft net een boek uit waarin ze de klimaatzaak koppelt aan een systeemcrisis. Zo wordt het wel moeilijk te behappen voor Jan met de pet.

Systemische problemen zijn inderdaad enorm ingewikkeld. Dat is het juist: het zijn problemen die niet één oplossing hebben, die leven in een wereld waar allerlei systemen en mechanismen in elkaar haken, en dat het moeilijk is om in te schatten wat het effect is van wat. Problemen niet voor één onderdeeltje ergens, maar voor het geheel. Echt ingewikkelde problemen.

Maar die dingen kunnen in kaart gebracht worden, en er kunnen mechanismen geïdentificeerd worden, en dan kan er gekeken worden waar er een duwtje kan gegeven worden dat aan iets anders een duwtje geeft en op die manier hopelijk ergens een positieve spiraal in gang zet. Of minstens een negatieve spiraal afbuigt.

Dat behapbaar maken voor Jan met de Pet is echt niet zó ingewikkeld.