Brandon Sanderson
Tor Books, 2024
1330 blz.
Het is eindelijk uit, het laatste boek van het eerste deel van The Stormlight Archive.
Wat een véél te lang boek.
Wat een, uiteindelijk, véél te veel personages en veel te veel nutteloze sideplots en nergens op uitdraaiende personages.
Dit begon als een uitstekende reeks. De eerste twee boeken waren écht goed. En daarna begon het alsmaar minder te worden. Het is bijna precies vier jaar geleden dat ik boek vier las, en ik was er ook niet echt opgetogen over.
Wat in dit boek gruwelijk hard opvalt, is hoe hard dit een jaren-2020-boek is. Elk van de lijkt het wel tientallen ‘hoofdpersonages’ heeft iets neuro-atypisch of gelijkaardig, en dat definieert ze helemaal. Sanderson doet storend hard zijn best om er één homoseksuele relatie in te steken, één transgender persoon te vermelden, maakt van zijn hoofd-hoofdpersonage zowaar een letterlijke therapeut (in een fantasywereld, met die specifieke term, “therapist”) en klinkt meer dan veel storend “how do you do fellow kids”-achtig als een commentaarder op sociale media.
Ik wou dat ik dit uitgevonden had, mijn ene oog is nog altijd niet helemaal teruggerold:
How?” Ishar repeated. “What are you?” He gestured toward Szeth. “Are you … are you his spren? His god?”
“No,” Kaladin said. “I’m his therapist.”
Dat citaat hierboven was bovendien niét grappig bedoeld. Het was een ernstige conversatie op een ernstig en belangrijk moment. Cringe.
Want het viel mij deze keer ook storend hard op hoe enorm on-grappig hij is. Het ligt er natuurlijk ook wellicht aan dat ik bijna alles van Terry Pratchett herlezen heb de afgelopen maanden, maar miljaaarrrr hoe pijnlijk is Sanderson als hij denkt grappig te zijn.
Het heeft niet veel zin om veel over plot te vertellen op het einde van ettelijke duizenden bladzijden, maar toch dit: wat een anticlimax allemaal. Dit boek beschrijft letterlijk de gebeurtenissen van tien dagen in de aanloop naar een duel — weliswaar met een resem grotendeels nutteloze excursussen en flashbacks — maar er is desondanks zeer weinig sense of urgency, en het duel zelf is over voor het begonnen is.
Ik had ook op geen enkel moment het gevoel dat Sanderson in veel van zijn vorige boeken wel kreeg: dat het tegen het einde alsmaar beter en beter en beter werd en alle plotlijnen bij elkaar kwamen en het alsmaar moeilijk neer te leggen was. Er is zelfs een term voor: Sanderlanche, de Sanderson Avalanche.
Dit was van begin tot einde saai, vrees ik. Het was vechten tot de laatste snik om het boek uit te krijgen, en mij dan nog door een aantal gelukkig zeer korte bleurgh postscriptums te worstelen die mij op geen enkele manier goesting deden krijgen om verder te lezen in deze reeks.
Zeg uw gedacht