Tartu is écht een aangename stad. Op mensenmaat, ook: ik denk dat we de historische binnenstad ondertussen al een keer of vier doorkruist hebben.

De dag begonnen met een uitstekend, uitgebreid en gevarieerd ontbijt — écht zeer goed hotel dat ik totaal at random gekozen heb en dat plets in het centrum blijkt te liggen.

Dan naar de lokale eindmorene, Toomemägi, getert en die dan ook beklommen want ik had opgevangen dat er een ruïne van een middeleeuwse kathedraal stond. Dat bleek zo te zijn, en Toomemägi is een heerlijke plaats — niet te verwonderen dat er stapels gedichten over geschreven zijn.

De volgende halte was het natuurhistorisch museum, want ik kan niet naar een stad gaan die een natuurhistorisch museum heeft zonder het natuurhistorisch museum te bezoeken – hoe negentiende-eeuwser, hoe beter.

Op weg naar het museum waren we plots in een deel van de stad met allemaal oude houten huizen, die allemaal bewoond en gebruikt werden, maar waar er één heel kleintje van te bezoeken was. Dat bleek een van de oudste overgebleven houten huizen van de stad te zijn:

En nog op weg kwamen we voorbij een prachtig art decorbouw, en zijn we de overdekte markt binnengelopen en een zeer groot luxegrootwarenetenhuis waar ze mij in Gent elke week zouden zien.

Ik was niet teleurgesteld van het museum: het was weliswaar modern, maar het stond nét volgenoeg met negentiende-eeuwse opgezette beesten, naast een een uiterst goede en interessante geologie-afdeling.

Hoofdvogel qua opgezette zieligheid was wel de giraf — maar die kwam met een verhaal:

The old mounted giraffe specimen is a lone leftover from a massive removal to Russia of the property of the University of Tartu during World War I in 1915. The giraffe, which did not fit in the freight wagon, was abandoned on the platform of the railway station of Tartu. Thus, he sadly stood there at the mercy of the elements for several months, skin coming apart at the seams and flapping in the wind. The giraffe has been a favourite of museum patrons already since 1920s.

Het is een erg aandoenlijk beestje:

Volgende halte was op Sandra’s verzoek: het kunstmuseum. Op weg naar daar door een wat moderner stuk van de stad gewandeld, met zowaar street art en al, en dan weer in de oudere stad, voorbij een standbeeld van Oscar Wilde en zijn broer.

Het kunstmuseum bleek in het hoofdgebouw van de universiteit te zijn — een prachtige universiteit, trouwens. Maar waar Sandra zich aan denk ik schilderijen en zo had verwacht, bleek het een hele collectie plaasteren afgietsels van beroemde standbeelden te zijn. Heerlijk! En het interieur was ook helemaal in echt Romeinse stijl (en Egyptisch in één kamer waar echte mummies lagen):

Sandra moest lachen, maar ik ben fan.

Tegen dan had mijn rug het wel helemaal opgegeven. Met en omweg naar de winkel om drank te komen, ben ik naar het hotel getrompeld terwijl Sandra een koffie is gaan drinken.

En nu lig ik mijn bed terwijl Sandra avondeten gaat doen. Ik geraak nog nauwelijks recht, namelijk.



Reacties

Zeg uw gedacht

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.