Revelaties vanmorgen: hallucineren kan ook gewoon overdag, in de bus, en ik heb mijn vader’s rechterduim.
Ik kwam de bus op en alles leek nog in orde. En toen moest ik betalen. Ik leg een halve euro op het tafeltje bij de chauffeur. Die mij vreemd aankijkt. “Da’s niet genoeg,” zegt hij. Ik vraag verbaasd of de prijs recent verhoogd is. “Altijd al één euro geweest.” Ik leg er nog een halve euro bij, en de man houdt een bordje op met het getal 61,4. Hij drukt mij een tiket af, en ik wacht geduldig op mijn wisselgeld. Hij kijkt mij aan alsof ik een krankzinnige ben. Ik kijk terug. “41 cent?” vraag ik vol hoop. “1 euro,” zegt de chauffeur terug.
Ik ga zitten, en de bus glijdt in één lange recht lijn, als over een ijsbaan, tot aan de Dampoort. Iemand moet gebeld hebben om de halte aan te vragen, of waarschijnlijk stopt de bus altijd aan de Dampoort, ik heb in ieder geval niets gedaan.
Ik sta recht om van de bus te gaan, en de hele bus blijkt vol te zitten. Hij was bijna leeg toen ik opstapte, maar nu is elke individuele stoel bezet. En de grote meerderheid van de mensen hebben open hoofdwonden, tussen roze en ziekelijk geel, niet bloedend maar wel vochtig en glinsterend. Een paar mensen hebben geen wonden, maar als ze zich naar mij omdraaien terwijl ik voorbijglijd naar de deur, zie ik dat ze allemaal zwaar vervormde en assymetrische gezichten hebben: hun linkerogen staan allemaal lager dan hun rechterogen.
Ahem.