Het moet zijn dat ik Knokke meegemaakt heb op het nadir van de vervuiling. De zee is tegenwoordig proper, er zitten weer overal krabben (duzende!) en zeesterren, de golfbreker (waar ik nu zit) stinkt niet meer naar mest maar gewoon naar zeewier, en er zitten weer kokkels op. Kinderen zijn rechts van mij naar krabben aan het vissen met opengeslagen mossels.

En nu moet ik Sandra’s fototoestel gaan redden.



Reacties

2 reacties op “Het moet zijn dat ik”

  1. en vader overste met zijn laptop het uitzicht aan het vervuilen

  2. En het uitzicht zou bevorderd zijn moest ik daar in een zwembroek gestaan hebben? 🙂