Louis is om zeven uur wakker geworden, met koorts en rooie puntjes overal. Waarschijnlijk van zijn gecomineerde inenting tegen rubella, mazelen en bof.

Niet dat hij er veel last van heeft: hij was zo braaf als een beeldje, tot hij Sandra zag natuurlijk. Zij heeft hem dan maar een suppo gestoken.

Zelie was er om kwart na zeven, en zij moest absoluut door Sandra uit bed gehaald worden. Na een beetje overtuigingswerk en twee keer over en weer, wou ze dan toch naar beneden met mij. Zucht.

Enfin, een half uur op bed geleden bij ons, en dan naar beneden eten. Zelie: chocomelk, een doos Fristi en een paar rozijnen gevist uit een komt muesli. Louis: een fles melk en een koek. Boterhammen out of ze question.

Nu is Zelie al een minuut of tien met een model van een berg + bergbeklimmers + wolken met zon + wolken met een vogel aan het spelen. En Louis is met boekjes bezig en met de kralenglijpuzzel. En nu heeft hij teigetje (van het wereldkankerfonds dacht ik) op een stoel gelegd en is hij die aan het verduwen door de keuken. En nu is hij met de wasco’s aan ’t spelen. En nu is hij gevallen. En nu is hij een boekje aan het pakken uit de bank. En zal ik hem wat voorlezen.

Zelie heeft het kindereimodel, dat nochtans niet simpel is, als twee keer uit elkaar gehaald en in elkar gestoken, nu is ze aan het zingen van “twee teigetjes, zachtjes op een rij, draaien aan een wieletje, niemand zeggen”. En met de trein van Louis aan het rondrijden. Daar komt boel van.