Soundtrack voor vanavond:
- Body Count — machtig! groots! fantastisch! en precies hoe ik mij vanavond voel! I’m Ice motherfucking T, bitch! Ongelooflijk dat die plaat al bijna 12 jaar oud is.
- Warren Zevon, A Quiet Normal Life. Omdat hij haast dood is, en het tijd wordt dat ik naar andere dingen van hem begin te luisteren naast Transverse City.
- Kraftwerk, Electric Café en Computer World. Ontdekt samen met The Residents, en onlosmakelijk verbonden aan mijn laatste twee jaar op de humaniora. Toen het leven nog gemakkelijk was en ik dacht dat het alleen maar beter kon. Ha. Ha. Ha.
- Richard Clayderman, Piano & Romance. Omdat ik tegen dan al redelijk moe zal zijn maar nog niet moe genoeg om weer luide muziek te hebben. Ik ben jarenlang bij Eric Cambie op oogartsbezoek geweest, en die heeft–zonder overdrijven–tussen 1976 en 1987 Richard Clayderman op een continuë loop, ik denk zelfs een 8-track, in zijn wachtkamer gespeeld. Ballade pour Adeline is onlosmakelijk verbonden aan oogontstekingen, kapotte brillen en verloren contactlenzen.
- Neil Diamond, Jonathan Livingstone Seagull. Ik draai eigenlijk al jaren in cirkels rond muziek van als ik jonger was (neurotisch? moi?),en muzieker van wanneer ik jonger was dan dit kan moeilijk zijn. Hoeveel honderd keer mijn vader de tekst aan de keukentafel heeft moeten vertalen! En dat ik die tekst gelijk een idioot op zolder heb zitten overtypen op mijn vader zijn ouwe Adler, en dan later met mijn broer samen op de IBM Selectric die hij van de universiteit naar huis had gebracht voor zijn doctoraat en naast de muziekinstallatie in de hoek van de living had gezet, en nog later in de living op de Apricot F10 die Francis naast een palet had gevonden… Tsss.
- Bo Hansson, Lord of the Rings. Ook zo’n ding van in de jaren ’70 bij ons thuis. Als ik erover nadenk, dan had ik Hansson in mijn hoofd als ik het boek jaren later gelezen heb, en eigenlijk nu nog altijd.