Over het gents:

Gebiedeg’, gebiedege, gebood. Te Gent worden veel werkwoorden die oorspronkelijk ongelijkvloeiend en onregelmatig zijn, in de volkstaal gelijkvloeiend en regelmatig vervoegd; b.v. klemdege voor klom, van klemme, klimmen; kraaiptege, kroop, van kraaipe, kruipen; windege, won, van winne, winnen; leesdege, las, van leze, lezen, enz.

en ook

Urktege, luisterde, van urke, hurke, hurken, nauwkeurig hooren, luisteren. Dit oostvlaamsche hurken, in West-Vlaanderen horken, is een zeer goed oorspronkelijk nederduitsch woord, maar dat in Noord-Nederland niet bekend is; het is in oorsprong en ook in beteekenis het zelfde woord als het hoogduitsche horchen, het friesche harkje (harkia), en het engelsche to hark of to hearken, en staat in de zelfde verhouding tot het vlaamsche ueren, hueren, hooren, als het hoogduitsche horchen staat tot hören, het friesche harkje tot heäre, en het engelsche to hark tot to hear staat.

Via de onvolprezen Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.