Ik had weer een klaar excuus (hoofdpijn, ugh, moe, dingen), maar ik ben dan toch maar meegeweest naar het galadiner.

Het was zeer goed.

Wacht, laat mij dat rephrasen: het was zéér goed. Het eten was zeer lekker: voorgerecht een croatische chorizo met platachtige kaas en hespachtig vlees met chili en olijven en daarna een rundsbouillon met een soort deegwaren erin. Het zag er alemaal niet uit, maar: wel heel lekker.

Tussen soep en hoofdgerecht was ons een verrassing beloofd. Er stond ook al een electrische piano, en er liep een mooi meisje rond met haar tot aan haar middel, van het type waavan het niet onredelijk zou gewees zijn om te vrezen dat ze zigeunergewijs dansend mensen van tafel zou halen. Later bleek dat er nog een violist bij was, wij dachten dat het helemaal verloren was. Zigeunerdinges.

Onze collectieve verbazing was niet weinig groot toon die juffrouw begon te zingen. Wie schetst onze verbazing als die juffrouw, één meter zestig, geschat 45 kilo, blijkt operazangeres te zijn? En niet alleen dat, maar dan ook nog eens een diepe diepe alt, met een stem als een klok! Ze begon met Habanera uit Carmen van Bizet, en het is niet overdreven om te zeggen dat we allemaal plat lagen.

Het programma heeft zo’n drie kwartier geduurd, en werd afgesloten met een bisnummer (Santa Lucia) en een verzoeknummer voor Massimo (O Sole Mio, in een versie die denk ik aan de overkant van de straat ook hoorbaar was). Enfin, een groot, groot succes.

Het hoofdgerecht was een keuze van vlees. Eigenlijk allemaal vlees, die croatische keuken. Er was kalkoen en lam en schaap en kip en vanalles nog. Allemaal gepresenteerd als was het een gaarkeuken (met uizondering van het schaap, daar zat voor de liefhebbers de kop erbij), maar allemaal bijzonder lekker.

En dessert was strudel. Appelstrudel en kersenstrudel en een vreemd soort kaasstrudel met zout.

Er zijn, onvermijdelijk, een paar speeches gegeven, mar die waren gelukkig allemaal kort en to the point: Massimo om Zeljko en team te bedanken, Zeljko om ons allemaal niet te bedanken want het was ons werk maar om ons te feliciteren met het goeie werk, en Lex met een speciaal bedankje voor Zeljko (een zak stroopwafels uit Gouda, “zes want ik kreeg er één gratis als ik er vijf kocht”).

De mensen zijn eigenlijk ook allemaal sympathiek, en alle speeches of tot ziensen werden steevast afgesloten met “tot in Parijs hé”. Ik vind het eigenlijk wel spijtig dat ik al die mensen riskeer nooit meer te zien, maar ja, c’est la vie.

Afijn, we (Margot en Paul en Kim en Phil en mezelve) zijn dan na het resto nog een glas gaan drinken in de Orangina, café tussen daar en het hotel, op het plein waar het nationaal theater staat (dàt theater dat identiek hetzelfde is als dat in Wenen, precies).

En dan moe edoch voldaan naar het hotel. Ik denk niet dat het mij nog lukt om Taken te kijken, ik ga direkt gaan slapen denk ik.