Daarnet bij Michel Peeters: bijna schaamtelijk.

Een koppel, ik schat ze ergens in de veertig. Ze kwamen kaas kopen. “Een paar stukken kaas, voor op een plateau, met wijn. Voor vijftien man.”

Waar ze precies aan gedacht hadden? Echt kenners waren het duidelijk niet, maar ze hadden wel de air van mensen die precies weten hoe ze personeel moesten behandelen.

“Ja, doe maar een paar wat stukken. Emmenthal. En jonge kaas, dat gaat meestal toch het rapste weg.”

Ze hadden gezegd dat het voor bij de wijn was, en als ze om emmenthal en “jonge kaas” vragen, dan zou ik denken dat het de bedoeling was die dingen in blokjes te snijden en daar tandenstokers in te steken. De dame achter de toog dacht blijkbaar hetzelfde, want ze vroeg of het de bedoeling was om allemaal vaste kazen te nemen, en of daar bijvoorbeeld ok iets pittigers mocht bijzitten, of een Appenzell of zo…

De man was completely out of his depth, en siste zijn vrouw iets toe in de zin van “Allez Myriam, zegt gij ook ekeer iets!” Op een toon van “…’t is tenslotte uw familie” of “…’t is tenslotte uw idee om een feest te geven”.

De vrouw gaf wat meer uitleg. Blijkt dat het wel degelijk een kaasschotel-ter-avondeten was. Maar dat er niet te veel moest zijn, want “te vieren hebben ze al taart gegeten, en dan eten ze te zessen al boterhammen”.

Boterhammen. Zucht.

‘t Moest dus wat vanalles zijn: “pakt ook maar een paar geitenkaaskes, en wat, euh, Camembert en dingen”.

Ondertussen was het aan mij. Ik had (hoera!) Den Baas zelf als bestelmens, en ‘t was dus snel afgelopen. Eerst een paar vaste waarden: Brie de Meaux, een goeie à point Camembert (‘t is Grand Normand geworden, de andere was niet echt rijp), en een stukje Vieux Lille.

En dan voor de rest van mijn budget: doe maar. Het is uiteindelijk geworden:

  • een Pouligny, zo’n pyramide-achtige geitenkaas
  • een stuk Comté de Fruitière, een vaste, fruitige kaas uit de Jura
  • een Baragnaudes, zowat de beste roquefort die er is
  • een Langres, een, ahem, karaktervolle kaas (slechte mensen zouden het een stinkkaas noemen) met een zachte korst, van het soort kaas dat in vershoudfolie moet gehouden worden of hij loopt helemaal uit
  • een St. Félicien, zacht zoals een St. Marcellin, smeerbaar zelfs–van het genre dat ik het liefste eet op een toast
  • een Tomme de Fédou, een vaste schapenkaas

Voor vanavond bij Els en Wim. Tussen de tajine en het dessert. Mmmmmmm.

Het verhaal in de kaaswinkel heeft trouwens een happy end: de winkel en de vriendelijkheid van de mensen erin moet invloed gehad hebben op het koppel, want op den duur kozen ze allerlei dingen zelf.

Bekeerde mensen, mag ik hopen.

Geschreven al luisterend naar: Johann Sebastian BachConcerto No. 6 BWV 1051 -I- ohne Satzbezeichnung