Maar manneken, wat was mij dàt?
Ik was daarjuist met de velo op pad, en plots viel daar dertig centimeter sneeuw op mijn hoofd!
Ik kan u met grote zekerheid verzekeren dat het verdomd gevaarlijk rijden is met de velo op de kasseien in het donker met van die jumbosneeuwvlokken in de ogen.
Straks resto, in het mij warm aangeraden fin du monde. Al met de dood in het hart de stratenkaart bovengehaald om te zien in welke uithoek van Gent dàt alweer ligt, maar!
Wie schetst mijn contentement? Het is gewoon de straat uit en naar links! Op pakweg honderd meter of zo van mijn deur!
[bij nader inzien: het stond ook in de bevestigingsmail, dus ik had het wel kunnen weten] [maar toch]