Engels gesproken door mensen die het Engels niet als moedertaal hebben, ‘t is een rare zaak.

Ik heb op de lagere school Engels gehad vanaf, denk ik, het vierde leerjaar. Maar eigenlijk heb ik het geleerd in het derde middelbaar, dat ik twee keer gedaan heb, bij de weergaloos onvergelijkbaar fantastisch goeie en helaas veel te vroeg gestorven leraar Engels Jan Van Herreweghen.

Daarvóór, we schrijven begin de jaren 80, ging ik aan de slag met computertijdschriften en zo’n klein blauw Verschueren’s vertaalwoordenboekje waar ik zo ongeveer elk woord in moest opzoeken—maar in die 3de Latijn-Wiskunde die ik twee keer gedaan heb, heb ik Engels vanbinnen en vanbuiten geleerd. Van woordenschat over fonetica tot grammatica. En, dank zij de leraar, ben ik verliefd geworden op de taal.

Tegenwoordig lees ik praktisch niet anders, is de BBC mijn televisie-homepagina, spreek en schrijf ik het dagelijks op het werk, en is uiteraard ook tinternet bijna allemaal in tengels.

Na testen en volgens de mensen die het weten heb ik in Engels het Raad van Europa-niveau C2 voor lezen en schrijven en spreken:

Can understand with ease virtually everything heard or read. Can summarise information from different spoken and written sources, reconstructing arguments and accounts in a coherent presentation. Can express him/herself spontaneously, very fluently and precisely, differentiating finer shades of meaning even in more complex situations.

…maar dat wil làng niet zeggen dat ik een native speaker zou zijn. Of dat ik zelf een native speaker voor de gek kan houden.

Om te beginnen: mijn accent. Ik kan, als ik dat wil, een vorm van RP doen—BBC English, zo u wil. Maar dat doe denk ik enkel als ik met echte engelsmans spreek. Door de band spreek ik, enfin denk ik toch, in een soort euro-middle-of-the-road-engels, dat met een beetje geluk niet thuis te brengen is op een regio of land.

En daarnaast: mijn idioom. Ik heb geen eigen engels idioom, en ik meng dus zonder scrupules pakweg Dickens met Marvel, of New York met Midlands. Ik spreek dan wel hoegenaamd niet met een amerikaanse tongval, maar ik heb er eigenlijk geen groot probleem mee om amerikaanse woorden en zinsconstructies door de rest te draaien: waarom zou ik niet “fall” zeggen, en zowel “trunk” en “boot” als “lift” en “elevator” door elkaar?

En dus neem ik graag en veel over van zowat overal. En bezig ik in één conversatie tegelijk uitdrukkingen Them’s good eats en good show, what? En doe ik decidedly Jon Stewartiaanse turns of phrase als “nyeeeeehh …not so much” of “so how’d that turn out?” tegelijk of toch in de buurt van unabashedly Paul Whitehousiaanse “…which was nice” of “aww… bugger”.

Euh. Maar bon. Waarom ik daar eigenlijk allemaal over nadacht: ik betrapte er mezelf op, daarnet in een googletalkvenster, dat iemand hallo zei, en dat ik daarop antwoordde met “ey up”.

Dat kan maar één ding zeggen: dat ik het idioom van mijn baas (bazin) overneem. Aan de telefoon zeg ik steeds vaker “bye-ee”, en ik vrees dat ik zonder nadenken ook wel eens “ee by gum” of “by ‘eck” durf te zeggen—zo helemaal van “up north”, als het ware.

Mm. Zolang ik geen aardige dingen begin te doen met lidwoorden—“the” afkorten tot “t” zoals in “goin’ down t’ canteen?” of “the” laten vallen zoals in “I’ll put it on website”—zal ik me maar geen zorgen maken zeker? 🙂



Reacties

2 reacties op “Engels”

  1. […] Michel over Engels. En als je dat helemaal gelezen hebt, dan begin je je ook wel af te vragen hoe het met je eigen beheersing van de Engelse taal zit. Relatief goed, gezien in mijn leeftijdsgroep en vergeleken met mijn leeftijdsgenoten. […]

  2. mmm ja, dat engels… mijn idioom is helemaal amerikaans. misschien een wat zuiders accent. dixie all the way 😀 en mijn engels is beter dan mijn nederlands, om dat ik er ondertussen al 8 jaar in naar school ga…