Weggejaagd uit het restaurant door de Griekse avond!
De Griekse avond, dat vertaalt zich in een tweemansorkest dat honderdentwee variaties op de sirtaki-met-duizend-en-één-synthesizer-violen-en-een-drummachine presteert. Op volume veel te veel, en met vier vertraditionaliseerde dansers die ethnisch rondhossen en daarbij zoveel mogelijk mensen in een Griekse polonaise meesleuren. Hos. Hos. En dan hos, hos, en dan wat later in het liedje hos hos hos, en op het einde hoshoshoshoshos, want alle Griekse liedjes, dat is welbekend, beginnen te traag en eindigen te snel.
Het zal wel de schuld van de Turken zijn, weetikveel.
Maar alla. De kinderen waren allemaal doodmoe van nog een dag rond op in het zwembad te zitten zwemmen springen vliegen vallen en weer opstaan. En duiken, en bommetje spelen, welteverstaan.
Anna was kapot. Ze had zelfs de fut bijna niet meer om alles na te doen en na te zeggen wat er in haar omgeving gebeurt. Wat ze dus anders normaal gezien elke dag, de hele dag doet. Doet Jan zo:
…dan doet Anna ook zo:
Het probleem is dat ze eigenlijk nog maar net geen middagdutje meer doet, en dat ze hier tegen de middag al doodmoe is. Maar dat ze het niet wil geweten hebben, en waar wij ons allemaal een beetje rustig leggen na het middageten, spelen Anna en Louis gewoon lustig en hard verder door.
Waardoor ze tegen de avond met een vuilblik bij elkaar te rapen is. En dat dat elke dag een beetje erger wordt. Te hopen dat ze aan één weekend genoeg recuperatie zal hebben om weer naar school te gaan.
Eten is ook niet echt evident met Anna en Jan.
Om verschillende redenen: Anna eet zo traag als iets, als we ze niet zouden tegenhouden zou ze een kwartier op een mondvol kauwen. En Jan eet gewoon niet. Als het op kiezen aankomt, is het geen enkel probleem: zo wou hij vanavond vastbesloten pasta! en ook frietjes! en ook worstjes! — ik heb hem gevraagd welke van de drie hij het liefst eerst zou eten. Pasta, was het.
…en dan heeft hij daar gezeten, zonder zijn eten aan te raken. Letterlijk zonder het aan te raken. Spelen, ja. En rondlopen, ook. Maar eten? Nada.
Louis daarentegen, die verbaast ons met zijn eetlust. Vanavond heeft hij zowaar twee volle borden én een dessert naar binnen gewerkt:
Ah ja, en verder dus geen nieuws vandaag, wegens zoals gisteren de hele dag niets gedaan behalve rond het zwembad gelegen. In mijn shlocktrilogie van Trudi Canavan zit ik in vergelijking met gisteren ruim zevenhonderd bladzijden verder, en ik ben toch wel zo slim geweest om mijn rechteronderarm, die wegens leeshouding meestal stil en in de volle vlakke zon zit deze namiddag te bedekken. Anders vrees ik dat het vel er af zou kunnen gestroopt geworden geweest zijn vanavond, zelfs met factor 30 erop gesmeerd.
Of toch:
Vannamiddag dat spelletje met die puck en die luchdinges gespeeld met Jan. Een euro kost dat, en om ter teerst naar zeven punten. Ik heb rustig gespeeld, dat Jan wat kon volgen, maar die smeerlapperij is gewoon gestopt als het 4-2 was! Er zit dus niet alleen een aantal punten-limiet op maar ook een tijdslimiet, awoert! Volgende keer neem ik die puck gewoon mee, de valsspelers. Men houde het zich voor gezegd: ‘t is voor de fast en de furieus, niet voor vaders die eens rustig een spelletje willen spelen met hun jonge zoontjes.
Na zo’n paar dagen beginnen de mensen wel al wat bekend te worden. Niet dat ik socialiseer of zo, verre van. Observeren, ja. En er het mijne van denken. En de mensen bevooroordeeld catalogeren. De dame die al twee dagen dicht bij ons ligt aan het zwembad: een sympathieke dame, die ik ondertussen meer als Rubens’ Muze in mijn hoofd heb zitten dan als het oorspronkelijke Venus van Willendorf. Of Vicky Pollard, die er op het eerste gezicht, euh, wel, Vicky Pollard uitziet, en haar man een soort poor man’s Gazza, maar die uiteindelijk eigenlijk best sympathieke en vriendelijke mensen zijn, waar ik denk ik wel mee zou overeenkomen.
Of de turnjuffrouw met het blauwe zwempak, of broer en zus slack-jawed yokel, of de talloze (nu ja, een stuk of tien) juffrouwen die er zó van overtuigd zijn dat ze zó onweerstaanbaar knap zijn–maar dat eigenlijk helemaal niet zijn. Of de meneer van het ministerie (hij ziet er echt zo uit), of de familie Charleroi (ik vermoed dat ze van daar zijn), of, of, of.
Ik zal in ‘s mensens ogen ongetwijfeld “dien aardigaard met zijn donkere bril die altijd met zijn hemd aan zit en boeken leest” zijn. Of, ongetwijfeld, erger. N’importe, n’importe. Op zeer weinig mensen na (misschien die ene familie die overduidelijk uit Gent komt en de meneer verdenk ik ervan aannemer te zijn, of cafébaas), zal ik niemand nog zien en zal niemand mij nog zien, haha!
Zelie, trouwens, en Louis en Jan, die hebben wel vriendjes en vriendinnetjes gemaakt. Asociaal zijn is niet erfelijk, hoezee!
Zelfs Anna heeft vriendjes gemaakt. Alhoewel dat zich bij haar nog uit als speelgoed afpakken, en dan wenen als de rechtmatige eigenaars het terug willen, uiteraard.
Oh ja, statusupdate van de blonde deerne van gisteren (ik herzie mijn leeftijdsschatting naar veertien, tops): vanmiddag zat ze al onderuitgezakt aan de dranktent. En vannamiddag rond vijf uur heb ik ze haar drankje zien miszetten van zattigheid (pléts, vodka safari op de grond), en meteen daarna zichzélf zien miszetten van de zattigheid (pléts, juffrouw op de grond).
Waar zitten die ouders? ‘t Is een schande!
Ahem. De ouders, trouwens, zijn een ouder koppel: ik schat haar einde de vijftig, hem midden de zestig. Ik vind het opvallen, dat er hier in het hotel nogal wat oudere ouders zijn met jonge kinderen. En dan bedenk ik dat wij in onze wildste dromen nooit zouden gedacht hebben dat wij een dergelijke vakantie ooit zouden kunnen betaald hebben, en dat het misschien toch geen toeval is dat er niet zo enorm veel jonge mensen zijn. Of zelfs mensen van onze leeftijd.
Morgen, denk ik, gaan we toch eens ergens naartoe. Of niet, natuurlijk.
Reacties
7 reacties op “Dag vier”
Goed om te lezen en te zien dat jullie het naar je zin hebben. Nog veel plezier de komende dagen!
Elke dag dat stukje ‘zahalig niets doen op zijn Michels’. ‘k Moet zeggen dat ik ‘t echt wel tof vind dat ge uwen ‘dat is geen computer’ hebt meegenomen.
Nipple-gate achter de GAIA krokodil!
Hoshoshos, is dat Grieks?
Na terug naar boven scrollen (!) moet ik Rico gelijk geven.
Kwestie van de juiste brandpuntsafstand in te stellen.
Tegenwoordig hebben ze zelfs toestellen met gezichtsherkenning.
‘Rico en Botje’ een levend argument voor ‘t cliché: what separates the men from the boys, is the price of their toys.
Michel jong, ‘t is precies of ge u daar niet amuseert! Alleejong, zo’n all-in formule in een hotel vol Vlamingen op een verdroogd Grieks eiland is toch de max?