Mijn eigen telefoon, zei ik al, is een Nokia N95. Dat ding doet alles wat ik ervan verwacht, en doet dat allemaal op een degelijke manier: ik luister niet naar muziek op mijn GSM, ik speel er geen spelletjes mee, en ik kijk er geen videofilms mee. Wat ik dan wel doe, telefoneren, op het internet gaan met gprs/umts/3(.5)g/whatever, links en rechts een foto of een filmpje nemen, GPS: daar is het ding ideaal voor.
Ach, nee, natuurlijk niét ideaal. Het zou ideaal zijn als de GPS nog beter zou werken, als de camera een echt goeie camera zou zijn, als de batterij langer zou meegaan en als het allemaal wat meer gestroomlijnd zou zijn.
Enter de N85. Waarschuwing op voorhand: ik ben géén GSM-mens. Ik laat mijn GSM soms dagen aan een stuk zonder batterij in het GSM-zakje van mijn rugzak zitten, ik kan de keren dat ik telefoneer per week op de vingers van één hand tellen, ik weiger pertinent dat SMS-taaltje te gebruiken, ik heb denk ik nog nooit van die call forwarding of dergelijke gedaan, ik ben algerisch aan voicemail, en ik heb het al een tijd opgegeven om mijn agenda en contacten en zo te synchroniseren met mijn GSM.
Oh, en ik volg het ook helemaal niet. Ik hoor vage echo’s van de nieuwe Palm, van Blackberries die allerlei maneuvers doen, ik weet ongeveer wat een HTC en zo is, en ik weet natuurlijk hoe een iPhone eruit ziet en werkt. Maar ik heb geen moment gekeken op het internet wat die N85 nu eigenlijk is en wat de rest van de wereld ervan denkt.
De manier waarop Nokia zijn telefoons nummer en namen geeft is me altijd al een mysterie geweest. Ik dacht in eerste instantie dan ook dat de N85 een budget-versie van de N95 was. Ik weet niet wat de strategie ervan is, het doelpubliek, hell, ik weet niet eens hoeveel het ding kost, op geen 300 euro na.
En het allereerste dat ik dacht toen het uit de doos kwam, was, “oh, een mooi telefoontje”.
Nee serieus, een mooi telefoontje. De voorkant is blinkend zwart, de achterkant blinkend donkerbronsmetalliekachtig met een subtiel streepje erin. De telefoon voelt kwaliteitsvol zwaar in de hand, niet boterhamdoos zwaar. In vergelijking met de N95 is het een wereld van gesofisticeerd verschil: geen opstaande randen meer, scherm en omhulsel vormen één geheel, de camera aan de achterkant is een openschuivend luikje, geen opendraaiende patrijspoort meer, en de manier waarop de telefoon openschuift is minder clunky en meer smooth.
Tot zover het goede nieuws. Oh ja, de SIM en de batterij geraakten er ook gemakkelijk in.
Het eerste slechte nieuws was bij het aanzetten en mijn eerste stappen in de interface. iPhone it ain’t, that’s fer sure.
Het is de oude N95-interface. Helaas. Een doolhof van allerlei door elkaar, waar ik nooit helemaal zeker ben of iets onder Tools dan wel onder Applications dan wel onder zijn eigen ding staat ergens.
Onder Applications > Media staat bijvoorbeeld Recorder, RealPlayer, Gallery, Camera, Share Online, Print Online en Licenses. En dan staat er nog eens “Photos” en “Music” op hetzelfde niveau als Applications. Als ik op “Photos” klik, ga ik naar een applicatie met Captured (recente foto’s?), Months (’t zelfde maar per maand?), Albums (’t zelfde maar in albums?), Tags (’t zelfde maar per tag?), Downloads (gedownloade foto’s? of alle downloads?), “All” (waar mysterieusgewijs meer in staat dan in de rest samen) en Share Online, dat hetzelfde is als onder Applications > Media. En onder “Music” staat Music Player, Music Store, Podcasting, Radio en FM Transmit. Oh, en in Tools > Settings > Applications staan er allerlei instellingen, voor Camera, RealPlayer, Voice Recorder (niet meer “Recorder” zoals in Applications > Media), FM Radio (niet meer “Radio”), Video Centre (tiens, is dat dan Gallery? of nog iets anders?), Media Sync (tiens, is dat dan Share Online? of nog iets anders?).
Nee, een rommelig boeltje. Helaas. Vanalles door elkaar, dat linkt maar door en over elkaar, een kat verliest er haar jongen in. Een mens kan dan regelmatig “back” en “cancel” en “exit” doen, maar het is nooit echt duidelijk wat wat doet, en de helft van de tijd blijven er overal applicaties en tools en dingen in de achtergrond draaien en (vermoed ik) electriciteit en snelheid vampiriseren.
En wacht, het wordt nog minder goed.
Ik geef meteen toe dat ik er langer dan drie dagen mee moet spelen, maar in eerste instantie staan de knoppen me niet aan. Het kan zijn dat het een kwestie van gewoonte is, dat het allemaal nog betert, maar na een paar dagen tijd vergis ik me nog elke keer.
Als de GSM dichtgeklapt is, is het een zwart blinkend monolietje, dat wel wat op een klein iPhonetje lijkt. Maar eigenlijk is het een monolietje met onderaan een zilver afgerond vierkantje (dat in feite een directional pad is met een grote knop in het midden), rechts ervan een zilveren knopje, helemaal links een langwerpige dunne groene knop, helemaal rechts een langwerpige dunne rode knop. Dat zijn, even tellen, acht verschillende knoppen.
En het is niet gedaan, want die acht knoppen staan in een zwart vlak dat, als de telefoon aan staat nog eens oplicht met vier lichtende symbolen in de vier hoeken. Dat maakt twaalf knoppen onder het scherm als de telefoon uitgeklapt is.
Ik vertik het om de handleiding te lezen, en ik weet dan ook nog altijd niet wat een paar van die knoppen doen. En wat erger is: knoppen die ik voortdurend moet gebruiken, de zwarte ruimte rechtsboven en linksboven, die hebben geen enkele aanduiding van “hier zit een knop”, wat betekent dat ik er voortdurend naast zit, te hard moet duwen, twee keer duw in plaats van één, enfin: miserie.
Het moet zijn dat ze het bij Nokia gewaar geworden zijn, denk ik: de standaardmanier om een gelocked keyboard te unlocken is “linksbovenaan, rechtsbovenaan”. En dat lukt me misschien één keer op drie. Vandaar, denk ik, dat ze tegenwoordig een bijzonder handige lock-unlock-slider aan de zijkant van de foon voorzien hebben.
Een laatste negatief, op hetzelfde elan: om met de N95 een foto te trekken, was het een soort luikje dat over de lens zit open- en toedoen, door een soort hendeltje naar beneden en naar boven te trekken. Daar was houvast aan, en dat lukte redelijk goed. De N85 heeft een horizontaal schuivend luikje dat rechtstreeks bepoteld moet worden, en dat lukt niét redelijk goed. Opentrekken gaat, maar bij het dichtduwen is er –vind ik– niet genoeg houvast, zodat ik steeds dreig met met vingers op de lens te zitten.
Lastigheden en irritaties, tot zover. Volgende keer wat ik er wél goed aan vind.
Reacties
5 reacties op “Nokia N85, hands-on (ii)”
[…] Nokia N85, hands-on (ii) | Michel Vuijlsteke's weblog […]
Ik heb sinds vier of vijf jaar een 3310 en ben daar nos steeds ontzettend content van.
Ik begin trouwens méér en meer het SCHIJT te krijgen van al die zogenaamde nieuwigheden die “zogenaamd” uw leven -zouden- “verbeteren”.
Geef mij een f*cking break.
Gebakken lucht zoals mijnheer Netlash hele dagen zit t verkopen bijvoorbeeld, oh man !
Ik ga eens een postje plegen waar hij niet goed van zal zijn. Want ik ben bloednijdig aan het worden.
Nokia heeft altijd problemen met de interface; geen enkel model van hun wat ik ooit gebruikt heb had een echte lekkere, goed te gebruiken interface en erger nog, per model is het verschillend.
Nog een geluk dat een economie o a tot doel heeft de meest nutteloze zaken te produceren.
Zo blijven bijv hospitalen en sociale zekerheid betaalbaar.