Ik zit met de sniffles thuis terwijl Sandra en de kinderen naar een verjaardagsfeest zijn.
Normaal gezien zouden we in Brussel op mijn werk zijn, samen met zo ongeveer alle collega’s en de hele buurt (120 man, had ik gehoord!) om het min-of-meer-klaar-zijn van de verbouwingen in het gebouw te vieren, maar die verjaardag mocht echt niet gemist worden, en Sandra was vergeten hem in de kalender te schrijven, enfin, lang verhaal kort: ik zit thuis en niet op het werk en niet bij de verjaardag.
Medicamenten, dat is iets raars: dan voelt een mens zich zo slecht als een zeehond met een termietennest in zijn hoofd, en neemt hij wat pillen links en rechts, en is het na een tijd weer allemaal min of meer in orde.
Tot de volgende keer dat mijn hoofd begint te reclameren, ga ik de zetel naast mijn computertafel maar eens opkuisen, denk ik. Die ligt vol met kabelderijen en andere computerachtige dingen, en eigenlijk moet dat daar allemaal niet liggen.