Het zal er toch eens moeten van komen, van zo’n teller voor “hoe lang is het geleden dat ik nog eens over medische toestanden geklaagd heb en is het al lang genoeg geleden dat ik weer eens mag klagen”.

De laatste paar dagen was het niet zo goed, pijn-gewijs.

Niet zo goed, gelijk: in bed liggen doet pijn, in de trekzetel liggen doet pijn, lopen doen pijn, in de bureaustoel zitten doet net iets minder pijn.

Gelijk ook: alsnog de mogelijkheden van de pijnstilling aftasten, a rato van de maximumdosissen van alle beschikbare dingen innemen.

Gelijk ook: allerlei bijwerkingen, en ik spaar de wereld de details, maar suffice it to say dat er van in bed liggen vannacht niet veel spraken meer zal zijn.

Oh, ik haat het zó erg, ge kunt het u niet inbeelden.

Op het werk lukt het min of meer wel, maar dan moet ik dat zo enorm zwaar bekopen ‘s avonds en in het weekend — ‘t is op momenten gelijk nu, halfdrie ‘s morgens en wetende dat ik binnen een paar uur de trein moet nemen en dat ik morgen wel zal functioneren maar morgenavond weer dood zal zijn, dat ik mij soms afvraag waarom ik het allemaal doe.

Dat het leven zoveel gemakkelijker zou zijn als ik gewoon zou leven volgens mijn officieel gehandicaptenstatuut, en thuis blijven. Dan zou ik mijn productieve uren van de dag, en dagen van de week, kunnen spenderen aan andere dingen dan aan, euh, andere mensen. Bijvoorbeeld.



Reacties

5 reacties op “Blergh”

  1. Ik heb me dat ook al een paar keer afgevraagd, of leven van een uitkering geen idee zou zijn waar ik mee zou kunnen leven. Het antwoord: neen.

    Financieel zou het niet gaan, maar anderzijds zou ik ook zeer lui worden vrees ik. Hoe meer ik zou slapen, hoe meer ik zou willen slapen, en waarom ‘s ochtends opstaan als het niet is om te gaan werken? Om op de pc te zitten tokkelen? Van ‘s ochtens tot ‘s avonds? Ik weet wel dat er nog genoeg andere dingen te doen zijn, maar ik ken mezelf goed genoeg om te weten dat thuisblijven niet zou betekenen dat ik plots een wereld van huishoudelijke taken zou ontdekken. En thuis zijn terwijl iedereen werkt is ook niet altijd leuk, toch?

    Het werk is ook nog steeds een uitdaging, en die heb ik nodig en jij volgens mij ook. Plus: naar het werk gaan is de enige fysieke activiteit die ik nog heb, buiten een wandelingetje af en toe. Dat speelt ook mee denk ik, je moet in beweging blijven.

    Maar wat wél de max zou zijn is om de andere maand een maandje thuis blijven. Daar zou ik dan weer wél mee kunnen leven. Of als ik de lotto zou winnen zou ik ook wel iets interessants kunnen vinden om te doen tot aan mijn pensioen, vermoed ik.

    Maar is ne part-time geen oplossing voor jou? Of een ambtenaarsjob met duust vakantiedagen?

  2. Bedacht ik me ook: een collega van me werkt momenteel deeltijds, en is deeltijds in ziekenverlof. Zou dat niet kunnen voor jou? Dat zou toch ietwat druk van de ketel moeten halen, terwijl je professioneel toch bezig blijft, je geest wakker houdt en fysiek niet helemaal vastroest.

  3. Hopelijk gaat het snel terug de goede kant op, ik kan het me simpelweg niet voorstellen hoe je dat doet, zoveel pijn, zo weinig slaap en dan nog gaan werken…

  4. Wel, niemand kan zich dat inbeelden maar toch doe je gewoon verder als je zelf in de situatie zit. Dag per dag passeren de weken, maanden, zelfs jaren. En als je blijft stilzitten dan zit je snel enkele maanden stil, en dan geraak je niet meer ‘in gang’. En het risico is te groot dat je je dan nutteloos gaat voelen…

    Gij niet he Michel, met al die offspring heb je allicht altijd wel wat te doen 🙂

  5. Michel,

    Ik kan typen: veel beterschap. Maar wat heb je daaraan? Niemendal volgens mij. De pijn verlicht immers niet doordat een onnozelaar zoals ik een paar woordjes typ.

    En toch is mijn wens oprecht.

    Het is maar dat je het weet.

    Mvg,
    GDB

    P.S. Eigenlijk voel ik mij een beetje met jou verwant. Al is het maar omwille van onze leeftijd. En om ‘dat’ van De Post. En vanwege de fiets. En het bloggen niet te vergeten. En o ja, we zijn allebei met rooie sokken ter wereld gekomen.