Mijn betere helft zit tussen werken in: ze is voor het moment (en voor de tijd dat het zal duren) vrouw aan de haard.

Ik ben steekjaloers.

En niet eens op dat thuiszitten per se: thuiszitten heb ik ook nog wel gedaan, en dat is wel geestig maar niets op jaloers op te zijn.

Nee: op wat ze doet, tegenwoordig: de gang in orde krijgen bijvoorbeeld. Of nog: alle dagen koken.

Financieel is het minder evident tegenwoordig, met vier warm eten op school, en dus smeer ik ze allevier een brooddoos vol boterhammen ‘s morgens. En ‘s avonds maakt Sandra warm eten.

Niet zomaar: het menu van op school, maar dan zelf gemaakt.

Al dat initiatief, ik ben ongelooflijk jaloers. Ik wou dat ik dat ook kon.



Reacties

3 reacties op “Tzaloes”

  1. Nu ik ook een vrouw aan de haard ben en het eerste lenteweer voorzichtig zijn intrede doet, werk ik in de hof! (En deugd dat dat doet, een mens heeft daar geen gedacht van). Ik zal dat missen, eens ik terug aan het werk ga.

  2. Ah, en nu schiet me nog iets te binnen: waarschijnlijk heeft jouw vrouw daar al lang gesolliciteerd, maar sociaal bevlogen juristen zoeken ze regelmatig bij vakbonden en andere belangenorganisaties.