#wijvenweek 2: guilty pleasures en kleine kantjes

Guilty pleasures: blote wijven. Euh nee, wat zou ik mij daar schuldig over moeten voelen? Wat zijn dat nu voor dingen!

Herbeginnen.

Euh.

Wat moet ik in ‘s hemelsnaam zeggen dat ik nog niet vele tientallen keren gezegd heb in de loop van de afgelopen jaren? Of dat geen vissen naar complimenten is, in al dan niet subtiele variaties op “mijn negatieve eigenschappen zijn dat ik soms té perfectionistisch ben”?

Of dat mij geen problemen gaat opleveren in het echte leven? Ik schrijf hier alleen maar dingen die ik eventueel op café tegen een wildvreemde zou zeggen, en hey, dat is dus láng niet alles.

Semi-op de vlakte, dan maar.

Ik begin te bleiten bij het minste. Triestig of vrolijk, films of boeken, dingen die goed aflopen, slecht aflopen, gewoon ontroerend, whatever: waterlanders gegarandeerd.

Ik ben voor wijvenfilms. Tien keer liever nog eens kijken naar While You Were Sleeping of de esbattementen van Elizabeth Bennet en Mr. Darcy dan naar Die Hard of consoorten.

Ik ben verliefd op Kara Zor-El. En/of Powergirl, enfin, ‘t is ingewikkeld. Twee van mijn favoriete series zijn Buffy The Vampire Slayer en Veronica Mars. Als het niet zo hipster was, zou ik toegeven dat ik graag naar My Little Pony kijk en dat ik geen enkele aflevering van Powerpuff Girls gemist heb.

Ik zit ongelooflijk graag in bad. Uren aan een stuk, met een boek, te weken — alleen jammer dat ik sinds gebroken rug noch in noch uit ons bad geraak.

Ik ben bang van mensen en van nieuwe situaties. Gelijk, paniek bang. Ik zou er geen enkel probleem mee hebben om nooit meer uit mijn trekzetel te moeten komen en alleen thuis te zitten. Angstzweet slaat mij uit als ik met mensen moet spreken, en het allerergst met mensen die ik net lang genoeg ken om door mijn kleine voorraad smalltalk te zitten. Oh, en tegelijkertijd ben ik graag onder de mensen. Euh ja.

Ik dans ongelooflijk graag. En ik zing ook ongelooflijk graag. Pas op, niet dat ik het kan of zo, absoluut niet, in tegendeel. Dus doe ik het maar als er niemand in de buurt is. Luidop zingen en wild dansen. Met de gordijnen dicht, en als ik zeker weet dat er de eerste uren geen levende ziel in de buurt is.

Procrastinatie, yada yada. Lang verhaal kort: ik weet uit decennialange ervaring dat de dreiging dat er werk is dat eigenlijk moet gedaan worden, de allerbeste manier is om veel werk te verzetten dat niet moet gedaan worden. Dringend grafieken van allerlei te maken. Mijn bibliotheek op orde zetten. Iets optimaliseren dat al lang geoptimaliseerd is. Ik zou op den duur zelfs op beginnen ruimen om te vermijden dat ik echt werk doe.

Ik kan en ken van veel dingen een beetje, maar van zeer weinig dingen echt veel. Ik loop daar alle dagen wakker van (serieus waar), maar er iets aan doen? Ho maar.

Ik loop mij voortdurend op te winden en kwaad te maken. Dan rijd ik op de fiets of loop ik op straat en doet mijn hoofd voortdurend van uit de weg KLOOTZAK en kan het NOG een beetje trager TEEF? en godverDOEME vurte FUCKER steekt uw fucking LICHTEN aan. Niet dat ik het luidop zeg of dat ik speciaal agressief ben of zo, en ‘t is al heel lang geleden dat ik op straat liep te hopen dat iemand mij zou aanvallen zodat ik hem met de ijzeren tippen van mijn Dr. Marten’s kon toetakelen. Maar het zit er wel heel de tijd.

Ergernis, ergernis, ergernis: ik sta er regelmatig verbaasd van dat ik geen maagzweer heb van mijn longen tot aan mijn enkels. Ik kan van alles lastig lopen.

Mensen die zeggen “ik miste het stevige” in plaats van “ik vond het niet stevig genoeg”. Mensen die foto’s van zichzelf nemen en die dan hun voeten met de punten naar elkaar zetten. Als ge X-benen hebt, meisjes, dan hebt ge steunzolen nodig.

Mensen die zichzelf voorstellen met Achternaam – Voornaam (way to country-bumpkinize uzelf, gasten). Mensen die in potjes-Engels schrijven (ZESENDERTIG onderwerelden wens ik ze toe). Programmeurs die te leeg zijn om een degelijke uitzondering te schrijven voor het geval er maar één is van iets (“nog 1 stoel(en) beschikbaar”? nog één dets in uw wezen, ja).

Wit aanlopen van machteloze woede jegens mensen die “enerZHie” zeggen in plaats van “energie”. Of “frankrijkLEI” en “consciencePLEIN” in plaats van Frankrijklei en Conscienceplein. Of die het hebben over “de Rudy”, “de Patrick”, “ah daar is DE mama sè”, die “is” of “es” schrijven als het “eens” moet zijn.

Een irrationele hekel hebben aan Antwerpen en Antwerpenaren en Antwerps, maar niet het minste probleem hebben met hetzelfde als ik het in het echt meemaak. Supersonisch opkrullende tenen krijgen van Aalsters en Aalstenaars, maar tegelijk stekezot zijn van de Aalsterse familie.

Irrationele levenslange haat opdoen tegen mensen die ik eigenlijk van haar noch van pluimen ken, gewoon omdat ze mij één keer op een avond in 2005 uit de hoogte aangesproken hebben van “pfuh, gij interesseert mij niet omdat gij mij niets kunt opbrengen”. Of dat ik vermoed dat ik denk dat iemand denkt dat iemand anders gezegd heeft dat iemand vermoedt dat er iets zou gebeurd of gezegd zijn, en dat dat dan in mijn hoofd een maalstroom van een eigen leven begint te lijden tot het is van PERSOON X MOET STERVEN NA DAGENLANGE MARTELING, compleet met uitgewerkte scenario’s. En dat dat dan met één woord volledig kan omslaan.

Euh, ik denk dat ik vooral zeer, zeer irrationeel ben.

13 reacties op “#wijvenweek 2: guilty pleasures en kleine kantjes”

  1. ik heb waarlijk genoten van deze mooigeformuleerde bijdrage tot de #wijvenweek. Ge waart op geen enkel moment saai en dat is uitzonderlijk bij al de kleinekantenposts die ik vandaag gelezen heb.
    dank dank.
    en sterkte. ‘want leve met de vuijlsteke michel, da zal is ni gemakkelak zen’
    😉

  2. Aha…eindelijk een medestander voor de “Liga tegen het leggen van de verkeerde klemtoon” 🙂
    En voeg daar ook maar dat verkeerde gebruik van procentpunt aan toe…

  3. me dunkt dat “de beschaafde tango” u ietwat ten bate kan zijn (niet als lijflied, maar therapeutisch natuurlijk…). Gaudium et spes.

Reacties zijn gesloten.