Het was vandaag Paaszondag, en het enige dat ik ervan gemerkt heb, is dat het geen Zevende Dag was, en dat er chocolade op tafel lag.  

Jammer, van die Zevende Dag, vond ik: het is een vast ritueel, ’s zondags met mijn sletsen in aanslag kijken naar de strapatsen van de Makers Van Wereldnieuws In Vlaanderen en mij dood ergeren. En dan kwaad worden omdat ze een zanger of groep een ringtone-versie van een nummer doen uitvoeren. En dan mentaal wegzappen terwijl het over sport gaat. En dan weer nijdig worden over zoveel zwartwitdenken en eenvoudige oplossingen (dan wel zoveel gewafel en nonsens, of hypocrisie en lafheid, naar gelang). 

Het was een bumperuitvoering van de eucharistieviering, en daarna deed de nieuwe paus Urbi et Orbi. 

Niet gekeken, neen. Ik ben een bij momenten fascinerend onsympathieke autobiografie aan het lezen, en dat leek me nuttiger gebruik van mijn tijd. Ik kon wel zo ongeveer weten wat er in de mis zou gezegd worden (Hij is waarlijk verrezen, hoera, hoezee, hosanna), en ik kon er mij een beeld bij vormen wat de paus zou zeggen (een variatie op vrede op aarde voor alle mensen; de Vlaemsche en Neërlandsche Gazetten weten mij te vertellen dat het minstens even belangrijk was dat hij niet daaank voor die bloemen heeft gezegd maar grazie per i fiori).

Ik geloof er al heel erg lang niet meer in, in God, en toch vind ik het vaagweg spijtig dat er alsmaar minder in God geloofd wordt. 

Er zijn geen seizoenen meer, we hebben geen ritme in ons leven meer, denk ik vaak. We leven op schoolvakanties, met mijlstenen rond de kerstvakantie en de paasvakantie en de grote vakantie, en dat is het zowat. De maanden vloeien in mekaar over, en het is een groter evenement in mijn leven dat er nieuwe tv-seizoenen beginnen (Game of Thrones seizoen drie!) dan dat de vasten of de advent afgelopen is.

Huh.