Ik heb sinds begin dit jaar een scheurkalender op mijn bureau staan.
Dat lukte nooit bij mij, zo van die kalenders, maar ’t is er eentje met een deprimerende boodschap iedere dag, én het was een cadeau, en dus doe ik religieus elke dag een pagina.
Op de één of andere manier moet ik maandag vergeten omslaan zijn. En kwam ik woensdag thuis in de vaste overtuiging dat het dinsdag was. En nu ben ik nog altijd niet zeker dat het donderdag is, zelfs al weet ik dat het donderdag is.
En kan ik niet geloven dat het morgen al vrijdag is. En dat de examens ondertussen al bijna gedaan zijn voor Zelie, en dat het dan het derde trimester zal zijn, en dan is het nog een paar maand en Louis gaat naar de humaniora, en aargh.
En dan zijn er nog de verbouwingen: ik dacht ik aan het wachten was, maar ’t was eigenlijk op mij dat er gewacht werd, en dat is vandaag in orde gebracht. Een hele (hele) waslijst dingen te doen, proper in een aantal Excelfiles met vakjes open voor prijzen, die dan naar allemaal verschillende firma’s kunnen gestuurd worden, die dat allemaal kunnen invullen, en dan zien we wat er onderaan verschijnt, vallen we omver, en zien we wat we kunnen schrappen, en dan zien we dat er niets kan geschrapt worden, en dan panikeren we, en enfin, we zien wel.
’t Zal er rap genoeg zijn.