De wereld is om zeep, of nee, de wereld is niet om zeep, of toch, de wereld is wel om zeep.

Het was een avond van vergaderen en op café zitten en tijdens het praten alsmaar meer beseffen dat de wereld om zeep is, en dat er geen oplossingen voorhanden zijn. Enfin, misschien.

Een avond dat, was het zestig jaar of honderdtwintig jaar geleden, er minstens één politieke partij of volksbeweging opgericht zou geworden zijn — als ik zelf twintig jaar jonger was en het mij allemaal nog echt zó hard zou kunnen schelen dat ik er ook nog effectief iets aan zou willen doen in plaats van alleen te constateren en te lamenteren.

Kluten en esbattementen, maskers op en maskers af, het eens zijn het niet eens te raken, en vooral: drie of vier generaties oud-leerlingen van dezelfde school, en bijna visceraal gelukkig zijn te constateren qu’on n’est pas du même bord, qu’on est pas du même chemin, mais qu’on cherche le même port.

En oprecht triestig zijn en teleurgesteld wanneer dat soms eens niet zo blijkt te zijn, en dan toch nog de mantel der liefde, en vers et contre tout, en todo amar y servir-gewijs, boven halen.

Zeer soms vind ik het spijtig dat ik geen sociale mens ben.



Reacties

Eén reactie op “De wereld is om zeep, denk ik”