Het kabbelt voort en het kabbelt voort, en soms weet een mens niet meer goed in welk deel van welk continent we nu precies zijn, maar hoofdstuk na lang hoofdstuk worden de personages echter en echter, en dan bam! zijn we aan vier vijfden van het boek begint de actie, en dan is het een onneerlegbaar boek.
Drie boeken zijn we ver, en nu pas wordt het min of meer een beetje duidelijk wat er allemaal aan het gebeuren is achter de schermen.
Opnieuw een boek vol oorlog, en nog meer dan in de vorige boeken zien we verschillende perspectieven: van verschillende generaties goden over quasi-onsterfelijke wezens over generaals en high mages tot toevallige helden en soldatenvoetvolk.
Mensen en wezens die goed doen en slecht doen, met motivaties en achtergronden, niet te zwart-wit, zeer bijzonder goed. De enige reden om dit niet te lezen zou zijn omdat het veel werk is — een goeie drieduizend bladzijden voor de eerste drie boeken — maar de laatste paar honderd bladzijden alleen al maken het allemaal meer dan waard.