’t Is eens een experiment: zien hoe lang het duurt voor mijn kinders –en dan meer specifiek Jan, die al maanden op hete kolen zit– door hebben wat er gebeurd is. Ik ben zaterdag naar de bank geweest voor informatie over mijn aandelenoptiedingen.

Die dingen zaten bij de KBC, gezocht naar het dichtsbijzondste kantoor, en dat was het nieuwe kantoor van de KBC aan de Kouter. Helemaal terloops trouwens: wat een fijne inrichting van het kantoor, en wat een aangename mensen allemaal, van de mevrouw die me hielp in het begin tot de mevrouw aan het onthaal tot de beleggingsadviseur.

Lang geleden (‘k spreke van, oh, gemákkelijk dertig vijfendertig jaar geleden) waren we met de familie op de opening van het Gemeentekredietkantoor waar mijn oom vers directeur van geworden was, in Destelbergen. Bij het binnenkomen was het eerste dat mij opviel het glas: tien twintig centimeter dik, denk ik, aan de loketten. Voor de veiligheid, en dat ik mij daar meteen bankovervallers bij inbeeldde, die nog met geen bazooka’s er zouden kunnen in slagen om aan het geld te raken.

Een paar jaar geleden toen ik consultant mocht zijn bij bPoowst, waren ze daar net bezig met het overschakelen van volledig afgesloten loketten naar open loketten in proefopstellingen en in een aantal pilootkantoren. De redenering was iets in de zin van “die tussenschotten maken het onpersoonlijk, verhogen alleen maar de afstand met de klant, en het onveiligheidsgevoel wordt er ook niet beter door”.

Nog wat later, in de laatste evolutie van het ondertussen veel grotere nog nieuwere kantoor van mijn oom, waren er machines voor geldafhaling, een lokettenzaal voor de eenvoudige transacties, en (achter een glazen deur) een hele ruimte voor de meer complexe zaken.

En nu in het KBC-kantoor de logische evolutie: binnenkomen in een enorme, luchtige en open ruimte. Aan de ene kant een paar machines voor afhaling en storting en doordeweekse zaken, aan de andere kant: hier en daar een tafeltje met een laptop erop, een paar zithoeken, en achteraan een onthaaldesk met een soort salon plus koffiemachine erbij. En mensen die u ontvangen en vragen of ze kunnen helpen.

Sympathiek.

Mijn probleem uitgelegd aan de mevrouw die me ontving, die zei dat ik best een afspraak maakte, naar het onthaal gegaan voor een afspraak, en uiteindelijk meegegaan met een beleggingsadviseur die me kort de mogelijkheden heeft uitgelegd terwijl hij een afspraak voor dinsdag (gisteren dus) vastlegde.

Dinsdag teruggekeerd, een vriendelijke goeiendag gekregen van de mensen die ik vorige keer gesproken had, en een tweede beleggingsadviseur gesproken — even vriendelijk, sympathiek en professioneel als de vorige, trouwens. In het kort: ik kon ofwel iets kopen (aan een prijs die jaren geleden vastgelegd was) en ook meteen verkopen aan de prijs van vandaag, ofwel het ding zelf verkopen (de mogelijkheid om aan een vaste prijs te kopen en te verkopen tegen de prijs van de dag). Er is een verschil tussen de twee mogelijkheden, en er is wat verschil in de uiteindelijke geldsom die ik ervoor krijg, maar zo enorm veel was dat blijkbaar niet echt.

Hoedanook: het is verkocht, ik ben immens opgelucht, ik heb het ding op de website van De Tijd uit de portefeuille gewipt, en het zou drie bankdagen duren voor ik mijn geld zou zien. Logischerwijs (“het is een rare week deze week”, ah ha) vermoed ik dus dat het volgende week maandag wordt. En dan is het nog niet helemaal duidelijk hoe ik er aan zal kunnen, want ik heb alleen maar een ESOP-rekening bij KBC, en da’s een soort gratis technische rekening die alleen gebruikt wordt in het kader van een aandelenoptieplan maar waar geen kaart van is of netbanking waarmee geld kan afgehaald worden of zo. De mevrouw (ik moet mij zwaar inhouden om niet telkens “het meisje” te zeggen, ik zweer dat al die mensen gelijk zo oud als scholieren waren) ging het allemaal eens nakijken, in het slechtste geval loop ik met een envelop bankbiljetten buiten, en anders wordt het een zeer voorlopige rekening die ik dan meteen weer kan afsluiten.

Zeer lang verhaal kort (en we zullen dan wel zien of er ergens een kind tot hier gelezen heeft): normaal gezien heb ik volgende week wat geld in handen. Geld dat ik eerlijk verdiend heb bijna tien jaar geleden, waar al belastingen op betaald zijn, en waarvan ik altijd al gezegd had dat ik het ging spenderen aan nieuw computermateriaal. Na de inbraak bij ons thuis vorig in september zijn al onze laptops gestolen. Niet dat het nieuwe waren, op die van Louis na die hij met zijn eigen spaargeld gekocht heeft: het waren er van generaties oud. Maar sindsdien is er in huis één computer, die zeven of acht jaar geleden zeer degelijk was, maar die het nu heel moeilijk heeft, en één Macbook, die ook vierdehands is en het enorm moeilijk heeft.

En met vier kinderen die allemaal huiswerk moeten maken waar de school er helemaal van uitgaat dat ze dat op de computer zullen doen, is het absoluut niet evident. Vier basislaptops dus, als het financieel haalbaar is. En één degelijke vaste PC, als dat nog in het budget past. En als er dan nog geld over is: een degelijke broodrooster. Als het helemaal meevalt van geld: een combi-oventje om onze kapotte microgolf te vervangen.

Zie ons de economie steunen, jong.