Well, that was, erm… certainly something.
Ik vond Man on the Moon een zeer goede film. Jim Carrey als Andy Kaufman in Man on the Moon was beter dan de film: griezelig echt, namelijk, en een zoveelste rol-van-zijn-leven, na Ace Ventura: Pet Detective en The Mask en Dumb and Dumber en The Truman Show.
De documentaire werd mij aangeraden door Netflix, en om de zoveel tijd bekijk ik eens wat Netflix mij voorschotelt.
Terwijl Man on the Moon gefilmd werd, werd Carrey gevolgd door documentairemaakster Lynne Margulies en door Bob Zmuda. Oh ja: Margulies was de partner van Andy Kaufman, en Zmuda was Kaufman’s partner-in-crime, waar hij zowat alles mee maakte en schreef.
Carrey beslist tijdens de film Kaufman te worden, en ook Kaufman’s alter ego Tony Clifton. Of de camera’s nu draaien of niet.
Wat een redelijk pijnlijke zaak wordt, want die twee zijn niet echt aangenaam in hun rechtlijnige over-de-schreef-gaan. En het wordt ook creepy, als Carrey-als-Kaufman (of Carrey-als-Kaufman-als-Clifton) ook in de rol blijft als de regisseur probeert te regisseren, en als de mede-acteurs proberen een scène af te krijgen, of als bijvoorbeeld de dochter of de zus van de échte Andy Kaufman op de set komt.
Het werd zo erg en zo schaamtelijk en Carrey kwam als zó een klootzak over, dat de filmstudie verbood om de behind the scenes-documentaire uit te brengen.
Tot bijna twintig jaar later dus, met commentaar van Carrey nu. Carrey, die in een bijzonder donkere plaats zit, met beschuldigingen van verantwoordelijkheid voor de zelfmoord van zijn vriendin en zo.
Het is niet 100% onmogelijk dat het allemaal uitgedokterd is tussen Zmuda en Carrey (zoals vroeger tussen Zmuda en Kaufman), maar ik dénk het niet. Ik denk dat het allemaal echt was. Carrey is een verontrustend vreemde man.
Een zeer, zeer perturberende film. Ik ben er nog niet uit wat ik er precies van vind.