Ik ben meegegaan met Zelie naar een lezing aan de universiteit. Ik denk niet dat het de bedoeling was dat buitenstaanders daar aanwezig waren en ik was gelijk wat ongerust dat het ging opvallen wegens dat er gelijl maar een mens of tien was waarvan twee profeen van Zelie, maar hey.

Het was wel interessant, daar niet van: de evolutie van de notie van “persoon” (personhood) in de 17de eeuw. Hoe Hobbes een persoon ziet als een rol, een actor, die gedefinieerd wordt door zijn interactie met de rest van de wereld, en hoe Locke vindt dat alleen een intelligent agent een persoon kan zijn.

Ik heb geïnteresseerd geluisterd, ik heb genoteerd alsof ik aan de universiteit zat, en ik denk dat ik een tijdje zou kunnen discussiëren met de prof over wat hij zei.

Zo was er op een bepaald moment, in de discussie achteraf, een pleidooi voor meer aanvaarding van emotie in het debat: dat het al te gemakkelijk is om voor dingen waar mensen emotioneel van kunnen worden (milieu en mensenrechten bijvoorbeeld) te zeggen “ja maar, stop eens met dat emitioneel gedoe, bekijk het eens rationeel”. Maar ik vind dat een beetje een tweesnijdend waard. Want als we aan de ene kant zeggen dat we best wel emotioneel mogen worden over het milieu (onderverstaan dat ratio daar niet zo nodig is?), waarom zouden we dan dezelfde redenering niet mogen voeren voor pakweg nationalisme? “Ik voél mij Vlaming en ik voél dat die Turken geen Vlamingen zijn en dus…” — moet dat dan ook mogen? Truthiness voor iedereen?

Of dat het een beetje een verwarrend verhaal wordt als we allerlei dingen “personhood” gaan geven zodat ze ook rechten krijgen: een berg, een rivier, de vissen in de zee. Het wordt een semantische discussie natuurlijk, maar ik heb gelijk de indruk dat een persoon (rechtspersoon of natuurlijke persoon) die alleen rechten heeft maar geen plichten, een vreemd soort persoon is. Dan lost ons Burgerlijk Wetboek dat mutatis mutandis beter op als het over aansprakelijkheid gaat: er zijn mensen die aansprakelijk kunnen zijn, er zijn er die niet aansprakelijk kunnen zijn, en dan zijn er twijfelgevallen zoals geestesgestoorden en zo, waar de rechter uitspraak doet naar billijkheid, rekening houdende met de omstandigheden en met de toestand van de partijen. We moeten niet iedereen een persoon maken, we moeten gewoon naar billijkheid handelen.

Of dat ik het niet noodzakelijk een goed idee vind om rechtspersonen alleen op een abstracte manier rechten en plichten te geven; dat een rechtspersoon in de Hobbesiaanse zin op de één of andere manier altijd via “echte” mensen interageert met de rest van de wereld (in beslissing en/of uitvoering), en dat we misschien wat meer moeten nadenken over de persoonlijke verantwoordelijkheid van de natuurlijke personen binnen de rechtspersonen. (Wir haben es nicht gewußt en Befehl ist Befehl zijn al een tijdje geen verdediging meer en al). Oh, en cue natuurlijk ook meteen heelder discussies over wat er gebeurt als we dat in handen van een computer geven.

Hele dagen discussiëren over dingen, dat moet ook een geestig leven zijn, denk ik dan.

En behalve dat had ik ook wat binnenpret over de bij momenten echt wel zeer academische toon, en over de manier waarop zelfs niet eens subtiel niet op de vraag geantwoord werd, maar bon, that sort of comes with the territory, vermoed ik?