“Waarom niet?”, dacht ik. Ik vond de Book of the Ancestor-trilogie niet slecht en ook de Red Queens’s War-trilogie was niet verkeerd, dus waarom niet de trilogie lezen die zich in de wereld van Red Queen’s War afpseelt?
Ik zag op Goodreads wat echo’s van “afgrijselijk hoofdpersonage” en “verschrikkelijk boek”, dus ’t was met de nodige voorzichtigheid dat ik er aan begon.
Nergens voor nodig.
Dit begint alvast uitstekend: Jorg is tien jaar als zijn moeder en oudere broer vóór zijn ogen verkracht en vermoord worden. Hij kan zelf niets doen, hij zit vast in een giftige doornenstruik.
Hij overleeft het, maar er is iets kapot in hem. Van zodra hij kan, verlaat hij het kasteel waar zijn vader koning is, en trekt hij de baan op met een bende bandieten / rovers / moordenaars. Waar hij op een paar jaar jaar de leider van wordt.
Het verhaal wordt verteld met raamvertellingen en flashbacks allerhande, en het is ongemeen boeiend en spannend.
En Jorg Ancrath is een onvergetelijk hoofdpersonage.
Ik ben immens content dat ik meteen aan boek twee kan beginnen.