Ja, qua spoiler: Jorg Ancrath is koning geworden, zoveel maakt de titel al duidelijk.

Dit boek is beter dan het eerste. Het blijft raamvertelling, spelen met geheugen, over en weer gaan in de tijd. Onwaarschijnlijke gebeurtenissen, omdat Jorg vals speelt: hij komt dingen te weten en verbergt ze dan voor zichzelf. Hij kan er enkel op vertrouwen dat zijn vroegere zelf wist wat hij aan het doen was, maar de kost van wat hij doet is soms onnoemelijk groot.

Hij is géén goede mens, en hij omarmt dat volledig, maar tegelijk probeert hij ook voortdurend goed te doen op langere termijn, hoe slecht dat ook is voor de korte termijn.

Een fascinerend personage, een fascinerend verhaal, en ook ngo eens uitstekend geschreven. Ik zou het geloofd hebben als iemand mij zou gezegd hebben dat dit recenter is dan de twee andere trilogieën die ik van hem las. Kijk bijvoorbeeld hier, naar een aantal sterfscènes die niet in het boek staan omdat ze mogelijks te verwarrend zouden overkomen.

Sorren Hammerson, seventeen, arrow shot. Tellan slopes, below the Haunt.
Son of William and Sereh, raised in Northdean, Renar.

The arrow pinned him to the moment, and Sorren fell, knowing that for all his life he and the arrow had been racing toward each other.

He fell. His head bounced once and his helm clattered away. A last breath left in a crimson spray of surprise. Sound faded, bowstrings thrummed into silence, the sky bright and wide, filled everything. He had wanted to be a farmer. He had wanted Milly Turner. The sky narrowed to the gleam of her hair. Narrowed again. Gone.

De dood van een onbekende soldaat, een heel leven in twee kleine paragrafen. Ik vind dat machtig schoon.