Jajajajajaja. Ik zei het nog, op het einde van het vorige boek: Celaena gaat naar een ander continent waar de Fae wonen (en waar ze niet meer in de magie-onderdrukkende dinges zit die al tien jaar in effect is op har eigen continent).
Ze wil een audiëntie bij Maeve, de koningin van de Fae, maar vóór ze daar mag, moet ze een spoedcursus “hoe gebruik ik mij magie gelijk een mens die zijn magie kan gebruiken” volgen.
Die gegeven wordt door Rowan. Lord Rowan Whitetorn, zo ongeveer de meest machtige Fae die rondloopt. Die, inderdaad, honderden jaren oud is. En, inderdaad, ongelooflijk knap. En, jawel, getormenteerd.
Ze kunnen mekaar, uiteraard, absoluut niet af. Tot ze elkaar, uiteraard, vinden.
Ik ben een eenvoudige mens: ik zie personen naar elkaar toegroeien, ik vind dat schoon. Dit is andermaal geen grote literatuur. Maar dat is het allerlaatste waar ik van wakker lig. Ik ben content dat het verhaal niet in mekaar stuikt. Dat het spannend blijft, en onvoorspelbaar. En dat de personages meer en meer diepgang krijgen.
Op naar het vervolg!