Wel wel wel wel wel. Wat krijgen we nu? Had ik het niet gezegd? Dit boek speelt zich parallel af met Empire of Storms en vertelt het verhaal van Chaol Westfall, sinds kort Handof the King maar ongelukkiglijk verlamd aan de benen, en zijn recente nieuwe vlam Nesryn Faliq, sinds kort de nieuwe baas van de Koninklijke Wacht.

Ze trekken naar het Zuidelijke Continent, waar Chaol hoopt genezen te worden door de genezers van de wereldberoemde Torre Cesme, en waar ze kwamsuis ook hopen een alliantie te versieren met de machtige Khagan van Antica.

Blijkt, als ze toekomen, dat het allemaal zo simpel niet is. Antica is niet zoals waar ze vandaan komen, een soort middeleeuws-achtige samenleving, maar een duizend-en-één-nacht-achtige wereld (compleet met rocs, euh, ’t is te zeggen, ruks). En de Khagan is weliswaar oppermachtig, maar enerzijds zijn er ook stapels hofintriges (met allemaal zoons en dochters die hopen erfgenaam te worden), én is zijn geliefde jongste dochter net gestorven.

Een man en een vrouw komen toe: een mens kan er gif op innemen dat die gaan gepaard worden aan een nieuwe partner. Wat uiteraard gebeurt.

Het vorige boek was zó hard op een cliffhanger geëindigd en Chaol en Nesryn konden mij eigenlijk niet vreselijk meer schelen, maar na een paar pagina’s zat ik helemaal in hun verhaal, en het heeft mij niet meer losgelaten tot het einde.

Andermaal zeer content van. (Andermaal schlock natuurlijk hé, maar dat kan mij zo hard niet schelen.)