De cover toont deze keer geen mooie man maar een mooie vrouw, en op de achtergrond staat er een jachtluipaard. Ge weet hoe laat het is: mooie vrouw ontmoet een mooie man die blijkt een jachtluipaard te kunnen worden.
Het verhaal speelt zich deze keer af in Afrika, met Ebola-achtige toestanden en dergelijke. De mooie vrouw is dokter Rikki Kin, experte in virussen met een duister recent verleden van ontvoering en marteling (ondergaan, niet zelf doen). De mooie man is Amiri, die er op uitgestuurd wordt om haar te helpen. Hij zal gevangen en werd gemarteld in boek twee: ze hebben, met andere woorden, ’t één en ’t ander gemeen.
Onder meer dat ze het heel moeilijk hebben met andere mensen vertrouwen, want ja uiteraard zijn ze voor elkaar in de wieg gelegd en zo, maar het was deze keer toch gelijk wat spannender dan het al geweest is in deze reeks.
Verder gebeuren ook in dit boek spannende dingen, worden ze ook hier stapelverliefd op mekaar, hebben ze veel seks, en leren we ondertussen nog wat bij over de allesomvattende backstory. Happy end klaar, op het einde, dat spreekt.
(Happy end trouwens, voor Marjorie Liu, is precies altijd dat ze met elkaar trouwen en eeuwig bij elkaar zullen blijven. Dat tweede okay, maar dat eerste: hoe conventioneel!)