The Song of Achilles was uitstekend, en Circe is ook uitstekend. Voilà, meer moet er niet gezegd worden.
Circe is de heks op het eiland Aeaea (die met de varkens en Odysseus en alles), en Miller schrijft in dit boek haar levensverhaal. Hoe ze geboren wordt als de oudste dochter van Helios, de machtigste van alle titanen, maar hoe ze noch haar vaders noch haar moeders krachten erft. Hoe ze uiteindelijk tovenarij leert — pharmakeia, heet het in het boek — en hoe ze verbannen wordt naar een eenzaam eiland. Hoe ze haar zus helpt als ze zwanger is van de Minotaurus en hoe ze daar Daedalus en Icarus tegenkomt. Hoe ze eeuwen lijdt onder schuldgevoel wegens wat ze Scylla aandeed. Hoe ze Medea helpt, en later Odysseus.
Maar vooral: hoe ze groeit als persoon, en uiteindelijk wordt wat ze eigenlijk diep vanbinnen altijd al was.
Een serieus schoon boek.