’t Is Perrin de verbannen meerman en Jenny de vrouw die hem ooit eens tegenkwam op het strand toen ze allebei twaalf waren, en die nu de wereld afreist op zoek naar vreemde zeewezen. Maar als ze heel eerlijk is met haarzelf, is Jenny eigenlijk op zoek naar Perrin.

Perrin en Jenny hadden jarenlang ’s nachts een soort gedeelde droom, waar ze elkaar tegenkwamen op het strand van een eiland, maar sinds acht jaar is die droom er niet meer. Het is ook sinds acht jaar dat Perrin uit de zee is verbannen naar land. Hij heeft een parcours van twaalf stielen en dertien ongelukken doorlopen, met onder meer ook ergens een jaar in de gevangenis, en tegenwoordig is hij onderhoudspersoneel in een aquarium.

Lang verhaal kort: ze worden zeer, zeer langzaam stapelverliefd op mekaar — ook omdat ze alletwee gehavende mensen zijn — maar uiteindelijk hebben ze veel seks. En we leren ook nog wat bij over de allesomvattende backstory, en op het einde is het hoezee happy end, en gaan ze trouwen en voor eeuwig bij elkaar blijven.

Dit is het voorlaatste boek van de reeks, en ik moet zeggen dat ik er niet gerust in ben dat het allemaal in één boek kan afgewerkt worden. Er zijn minstens drie organisaties die eigenlijk allemaal uit dezelfde familie afkomstig zijn, en dan zijn er nog demonen in het spel, en een groep die de hele wereld aan die demonen wil geven, en ook nog elfen en alles.

Ik ben benieuwd naar dat laatste boek.