Annie Ernaux schrijft over haar vader. Ze beschrijft een gezin met eenvoudige mensen: ze hebben een mogelijke toekomst op de boerderij en een tweede mogelijke toekomst als fabrieksarbeiders vermeden door kleine zelfstandigen te worden. Een klein café met een winkeltje eraan, in een buitenwijk van een provinciestad. Ze wroeten hun leven lang en slagen er in om Annie naar een goede school te sturen, en ze wordt uiteindelijk lerares. Zij is een kind van de jaren 1960, haar ouder voelen misschien wel meer dan twee generaties ouder aan.

Ze vertelt het verhaal van haar ouders, vooral dat van haar vader dan, en van zijn ouders. We zien hoe hij werd wie hij was, zich zeer bewust van zijn plaats –in de wereld, in de sociale rangorde, in zijn gezin– en waarom er onvermijdelijk een onoverbrugbare kloof tussen vader en dochter was.

La place is een poging om die kloof onder woorden te brengen. Op een manier afstandelijk, maar niet echt koud. In zinnen die ontdaan zijn van alles dat niet echt nodig is. Geen franjes, geen grote emoties. Matter of fact.

Het is wat het is.

Ik vond het een wondermooi boek(je). Vijf sterren.