Mijn slaap- en werkpatroon, deze week:
Dat is, voor de duidelijkheid, niet (meer) mijn gewoonte. Normaal gezien lig ik ergens tussen 1u30 en 2u30 in mijn bed, en sta ik op een beetje voor of na 9u. En normaal gezien probeer ik echt niet na de werkuren te werken.
Ik had een excuus, deze week: ik kwam maandagavond te weten dat iemand van de naaste familie in het hospitaal lag. Ondertussen is er een operatie achter de rug en is er geen gevaar meer, maar maandag was dat absoluut niet zo duidelijk. Waardoor ik dus niet ben gaan slapen, en dan maar gewerkt heb om de tijd te doden. Ik dacht eerst vrijaf te nemen, maar uiteindelijk was het niet nodig en ben ik alsnog aan mijn wekelijkse uren geraakt — ’t is niet alsof ik veel meer kon doen dan elke dag een paar uur langsgaan in het hospitaal, en ’t is alleen de eerste dag dat ze mij hebben binnen gelaten buiten de normale bezoekuren.
Maar het heeft zich dus wel gewroken, die dag niet slapen: niet één maar vier dagen dat ik voor middernacht in mijn bed lag — du jamais vu!
Alla. Op naar de volgende werkweek. Er staan allerlei leutige dingen op de plank, onder meer een concept van twee jaar geleden van onder het stof halen en uitwerken, en aan de slag gaan met observaties in een controlekamer, hoezee!