Ik heb een paar dagen geleden vlierbessen geplukt, en ik heb er vandaag siroop van gemaakt.

Ze hebben een paar dagen in de frigo gezeten in een zak; toen ik ze er uithaalde, zaten er bovenaan twee grote groene wantsen. Verder heb ik nog twee mieren gevonden en zes spinnen — maar ik vind dat dat serieus meevalt, voor een hele zak vol in het wil geplukte dingen.

Er zijn een stapel recepten om er siroop van te maken. De meeste zeggen van de bessen in water te koken en dan af te gieten. Ik heb dat niet gedaan: ik heb gewoon zoals een goede Vlaming het recept van de Boerinnenbond gevolgd:

  • bessen van de takken geritst (met de slechte en nog niet rijpe er niet bij)
  • goed gespoeld en laten uitlekken
  • uitpersen
  • de helft van het gewicht sap in suiker toevoegen
  • koken

Het uitpersen was het lastigste, vond ik. Normaal gezien zou dat in een neteldoek moeten, zegt Ons Kookboek, maar ik vond geen neteldoeken meer (dammit), en dus heb ik het in een zeer zeer fijne dubbele puntzeef gedaan. Stampen, en dan persen, en dan nog stampen, en nog persen. Uiteindelijk heb ik er meer dan een liter sap uitgekregen, en bleef er alleen maar (vind ik) zeer fotogenieke overschot over:

(En ja, er zou nog meer sap uitgekomen zijn als ik het in het neteldoek had gestoken en dan in een hydraulische pers gestoken, maar alla.)

Het staat nu af te koelen. Ik hoop dat ik genoeg flessen en dink heb om het morgen in te gieten.