Ik heb een jaar en vier dagen geleden een prachtig verjaardagscadeau gekregen: een ijsblokmaakmachine.

Ik dacht in eerste instantie dat ik dat eigenlijk niet nodig had, wegens we hebben toch ook gewoon een diepvries met ijsblokken en een grote frigo waar ik flessen in kan laten afkoelen. Niets was minder waar.

Dat toestel geeft mij elke dag — élke dag! — stapels en stapels ijsblokken voor koude dranken zoveel als ik wil. Ik drink uit een groot glas van een liter (ik heb er een eeltbobbel van, op het onderste vingerkootje van mijn linkerswijsvinger): ik ga naar beneden, vul dat ding stampensvol ijsblokken, en giet er dan mijn drank in.

Altijd ijskoud, altijd ter beschikking: een groot gemak.

Behalve. Behalve dat het eigenlijk niet echt zo een enorm goed toestel is. Het is ongetwijfeld goed voor mensen die het zo soms een opzetten tijdens een feestje in het weekend, als er volk komt en er cocktails gemaakt worden — maar ik heb zo de indruk dat ik er misschien iets te professioneelachtigniveau gebruik van maak. Elke dag bijna de hele dag, ik vermoed niet dat die machine daar eigenlijk feitelijk voor gemaakt is.

Maar! Maar! En dat is het fantastische: toen Sandra het ding kocht, heeft ze er ook een vijf-jaar-no-questions-asked-vervang-garantie bijgekocht.

Die nu vandaag voor de tweede keer zal gebruikt worden: de eerste keer weet ik al niet meer wat er mee aan de hand was. Deze keer heeft het toestel twee volledige dagen gewoon niet gewerkt (eerst voortdurend ‘ice full’-lichtje, en dan voortdurend op en neer met het bakje waarin het water bevroren wordt). Daarvóór was het al een tijd dat er periodes waren dat dat bakje gewoon weigerde zonder manuele tussenkomst naar boven te komen, waardoor ik voortdurend voor het toestel stond en alleen maar half gesmolten ijsblokken in het mandje vond. En sinds kort was het systeem om te zien of het mandje vol zat, ook al om zeep, waardoor er soms een enorme ophoping van volledig in en door en aan mekaar gesmolten ijsklompen in het hele mechanisme zaten.

Als alles goed gaat, heb ik straks een nieuw toestel, en kan ik weer een klein jaar verder. Ze gaan er bij Krëfel misschien hun broek aan scheuren, maar het is niet alsof ik er onvoorzichtig mee ben of zo: het toestel wordt akkoord veel maar ook oordeelkundig gebruikt, ik houd mij aan alle voorschriften, het wordt regelmatig gekuist (zelfs al is dat een ongelooflijk moeilijke job).

Ah well. Kapitalisme. En first world problems.